We lopen samen richting de boulevard van Bloemendaal. Nou ja, samen.. Mijn man, mijn oudste dochter en ik lopen samen. Mijn jongste dochter loopt tien meter achter ons. Die wil niet bij ons lopen want ze is boos. Zij wil bij de caravan blijven en spelletjes doen. Wij willen naar de boulevard om gezellig een drankje te doen en daar te kijken naar de zon die ondergaat in de zee. Tja, dat is vrij vaak het woord willen en dat is precies waar deze blog over gaat; het hebben van een sterke wil. Die sterke wil is namelijk dik bezaaid in ons gezin, net als gevoeligheid en dat is niet altijd het beste recept voor gezelligheid.
Vakantie = gezellig
“Waarom gaat het nu weer zo? Waarom is het nou nooit eens gewoon gezellig op vakantie? Waarom is het of de een of de ander van de kinderen die boos is? Waarom stopt ze nu niet gewoon met boos doen? Het is ook altijd hetzelfde Tjonge jonge, ik vind dit niet leuk!!!!” Dit zijn gedachten die door mijn hoofd spoken wanneer mijn dochter boos achter ons gaat lopen en niet langer met ons wenst te praten of op enigerlei wijze contact met ons te hebben. Gedachten van mij die eigenlijk helemaal niet reëel zijn want we hebben een hele gezellige dag gehad. Maar mijn intense emotionele beleving gaat met me aan de haal waardoor ik ineens die “oh wat ben ik toch een zielige mama-bui” kan inschieten. Zeker als het een bepaalde tijd van de maand is, ligt die bui gewoon wat dichter aan de oppervlakte en dit is juist die bepaalde tijd van de maand.
Afstand
Als ik langzamer ga lopen, gaat zij nog wat langzamer lopen want ze wil gewoon die afstand tussen ons in hebben nu. Ik vind dat lastig want ik ben van het uitpraten en oplossen. Wij zijn erg close en deze afstand vind ik in eerste instantie lastig. Maar die afstand helpt uiteindelijk niet alleen haar maar ook mij, want ik besluit om wat ik aan anderen leer nu maar weer eens zelf in de praktijk te brengen. Afstand nemen en waarnemen wat je denkt en voelt. Kun je hier met mildheid naar kijken? Ik adem diep in en registreer met afstand wat er allemaal in mij gebeurt. Wat denk ik? Wat voel ik? Ik voel me ongemakkelijk tegenover de andere mensen die op de stoep lopen. Ik voel me schuldig dat ik niet gewoon bij de caravan wilde blijven want dat kind vindt dat nu eenmaal zo gezellig. Ik denk dat ik alles verkeerd aanpak. Ik voel me als moeder en jeugdhulpverlener tekort schieten met een boze dochter die niet bij mij wil lopen. Hmm, dat is wel erg veel ik.. Die bepaalde tijd van de maand speelt hier vast ook een rol in. Waarom mag mijn dochter niet gewoon even boos zijn? Omdat het vakantie is? Dat is toch een belachelijke reden. En ineens voel ik me kalmer worden. Ik zie mijn eigen overtuiging die mij in de weg zit en ik besluit om niet mijn automatische piloot in te schieten. Ik hoef dit niet op te lossen of weg te poetsen. Het mag er gewoon zijn.
Sterke wil
Mijn jongste dochter is een hooggevoelig meisje met een enorm sterke wil. Het is een heerlijk blije spring in het veld die precies weet wat ze wil en wat ze niet wil. Ze houdt van kneuteren en gezellig spelletjes doen. Samen met zijn viertjes spelletjes spelen; je kan haar niet gelukkiger maken. Het is een meisje dat lekker in haar vel zit, leuke vriendinnen heeft en plezier heeft in het naar school gaan. Ze heeft een heel sterk inlevingsvermogen en maakt het graag anderen naar de zin. Hier loopt ze zichzelf wel eens in voorbij. Het is een zorgzaam meisje. Zo af en toe komt haar sterke wil er even keihard uit. Zeker nu ze de tienerleeftijd heeft bereikt, merk ik verschil in haar gedrag. Ze heeft veel humor en kan heerlijk gek doen, maar haar grapjes kunnen nu wel eens op het randje of net eroverheen zijn. Ze weet precies wat ze wel en niet wil en je kan lullen als brugman, maar een nee wordt geen ja en vice versa.
Ik hoor niet bij jullie
Die heerlijk blije spring in het veld lijkt op dit moment meer op een donderwolk. Ze loopt met haar hoofd naar beneden. Haar lange haren als bescherming voor haar gezicht. Alles straalt uit: ik ben er niet en ik hoor zeker niet bij die drie! Nadat ik bij mezelf heb kunnen vaststellen wat er in mij gebeurt, lukt het me om afstand te nemen van mijn overtuigingen en vooral van het idee over mijn tekortkomingen. Ik ben geen slechte moeder, ik heb gewoon een boze dochter van tien jaar op dit moment. Hierdoor zakt bij mij de emotie. Ik ben ook een hooggevoelige dame met een sterke wil en dat kan in de weg zitten als moeder, heb ik gemerkt. Maar zij heeft ook recht op een boze bui en dus besluit ik haar die bui te gunnen in plaats van te proberen haar eruit te trekken. Dat laatste heeft trouwens toch geen enkele zin maar is toch wat ik anders wel gedaan zou kunnen hebben. Het riedeltje afwerken van “nou, doe eens gewoon gezellig want we zijn op vakantie” naar “als je hier niet mee ophoudt dan heeft het gevolgen”. Pedagogisch niet heel sterk en vaak de laatste strohalm van deze mama.. Tja, die machteloosheid als ouder hè.. niet altijd even makkelijk.
Veiligheid
Ze blijft structureel achter ons aanlopen en met mijn man spreek ik af om haar deze bui te gunnen en ons er niet in mee te laten zuigen. Wanneer we een drukke weg over moeten steken, stop ik waardoor zij ook stopt. ‘Lieve schat, ik weet dat je niet wilt praten of bij ons wilt lopen en dat is prima. Maar als we oversteken, wil ik zien dat dit veilig gebeurt dus ik wacht even hier.’ En jawel, ze passeert me zonder me een blik waardig te gunnen, maar ze is veilig aan de overkant. Daarna pakken we de “ik hoor niet bij jullie-routine” weer op en gaat ze weer achter ons lopen. Ik merk dat ik totaal anders met de situatie kan omgaan als ik met afstand en met mildheid naar mijn eigen overtuigingen kan kijken. De situatie is nu gewoon wat die is, waarbij ik weet dat die niet blijvend zal zijn. Ik kan zonder schuldgevoel of minderwaardigheidsgevoel kletsen met mijn man en met mijn andere dochter. Ik hoef dit niet op te lossen. Haar boosheid mag er zijn, maar ik hoef er niet iets mee te doen en het zegt niets over mij.
De zonsondergang
We nemen plaats op een heerlijk loungebed aan het strand. Onze boze dame gaat op een bed achter ons zitten. Stiekem moeten mijn man en ik een beetje lachen om haar volharding. We bestellen drankjes en kletsen lekker met zijn drieën over de vakantie. Mijn oudste dochter vraagt of ik een foto wil maken als zij omhoog springt met de ondergaande zon op de achtergrond. Na een aantal pogingen lukt het en heeft ze de foto die ze graag wil. We lopen terug en mijn dochter tikt me aan. ‘Kijk mama, ze zit al op de hoek van ons loungebed.’ Ze is inderdaad richting ons loungebed gekomen en zit met de haren voor haar gezicht wapperend in de wind naar beneden te kijken. Onze oudste dochter heeft dit soort buien al tig keer gehad dus ze weet hoe haar zusje zich voelt. ‘Ik denk dat ze er bijna uit is, mama’, zegt ze. En inderdaad, ze kijkt langzaam omhoog. ‘Mag ik ook wat drinken alsjeblieft? vraagt ze. We bestellen wat te drinken en ze komt bij ons zitten. Ze wil ook graag een “springfoto”, dus papa gaat met haar mee. En dan zitten we op ons loungebed met zijn vieren en jawel: het is vakantie en het is gezellig!