Hoogbegaafdheid in het gezin.

Naast hoogsensitiviteit ligt onze specialisatie bij hoogbegaafdheid.

Definitie hoogbegaafd­heid:

“Hoogbegaafdheid betekent het hebben van een hoger niveau van bewustzijn, grotere sensitiviteit, een groter vermogen tot het begrijpen van waarnemingen en het omzetten daarvan naar intellectuele en emotionele ervaringen.” Annemarie Roeper

Door deze definitie wordt direct zichtbaar dat het bij hoogbegaafdheid om zoveel meer gaat dan een hoge score op een IQ-test. Dit is iets wezenlijk anders dan wat we omschreven zien in deze definitie van hoogbegaafdheid. Door de jaren heen hebben wij meerdere malen gezien dat er grote verschillen werden gezien tussen uitkomsten van IQ-testen van kinderen afgenomen door verschillende testers of op verschillende momenten. Met alle gevolgen van dien.. Want de uitkomst van die test kan grote gevolgen hebben. Er worden bij Praktijk SAS dan ook geen IQ-testen afgenomen omdat dit niet past binnen onze visie.

Visie.

Wij zien in de praktijk dat er veel ruis is rondom de term ‘hoogbegaafdheid’. Er is zelfs weerstand te zien bij een groep mensen wanneer dit woord valt. Het idee dat alle hoogbegaafden hetzelfde nodig hebben, vinden wij achterhaald. Hoogbegaafdheid is geen stoornis en geen diagnose. Het is een verzameling van persoonskenmerken. Maar iedere persoon heeft nog veel meer kenmerken. En natuurlijk eigen kernwaarden en behoeften . Dit alles maakt je wie je bent.

Wanneer je anders, dieper en intenser voelt, denkt, bedenkt, ervaart en beleeft is dat een vorm van neurodiversiteit. Jouw brein en zijn functioneert anders. Bij Praktijk SAS gaan we op zoek naar hoe dit bij jou werkt en wat jij nodig hebt om lekker in je vel te zitten. Dus niet op zoek naar “wat je bent of hebt” (diagnose) maar naar wie je bent en wat je nodig hebt. We kijken hierbij naar het hele gezin want er speelt een grote erfelijkheidsfactor mee bij neurodiversiteit.

Overexcitabilities.

Bij Praktijk SAS werken we met de Intenso-methode welke gebaseerd is op de positieve desintegratie theorie van Prof. Dabrowksi. Hij beschrijft in zijn theorie vijf overexcitabilities. Dit zijn gebieden waarop je extra gevoelig bent voor prikkels en waarop je extra intens reageert op prikkels. Je bent “overexcitable” op dat gebied of die gebieden. In het Nederlands wordt dit vaak vertaald als overprikkelbaarheid of hyperprikkelbaarheid. Omdat dit nogal samenhangt met overprikkeld zijn, vinden we deze woorden door hun negatieve bijklank niet passend. Wij benaderen het om die reden als talenten.

Vijf talenten

Er zijn vijf gebieden waarop je talentrijk kunt zijn. We beschrijven ze hier kort. Voor een uitgebreide beschrijving verwijzen we naar de website van de Intenso-methode.

EMOTIO­NEEL TALENT

Kinderen met een emotioneel talent zijn gevoeliger voor emotionele prikkels dan anderen en reageren hier sterker op dan anderen. Dit talent zorgt er onder meer voor dat emoties intens beleefd kunnen worden, er een sterk empathisch vermogen zichtbaar is, er al op jonge leeftijd ruimte is voor zelfreflectie en dat er een groot verantwoordelijkheidsgevoel tot ontwikkeling komt.

INTEL­LECTUEEL TALENT

Kinderen met een intellectueel talent hebben een voorliefde voor denken. Ze hebben een sterke drang tot weten en stellen vaak oneindig veel waarom-vragen. Het zijn nieuwsgierige kinderen met een enorme leerhonger. Al op jonge leeftijd stellen zij levensvragen die niet bij hun leeftijd passend zijn.

BEELDEND TALENT

Kinderen met een beeldend talent beschikken over een sterk creatief denkvermogen. Zij hebben een grote fantasie en denken “out of the box”. Zij komen met creatieve oplossingen en bedenken graag zelf de spelletjes en de spelregels. Ze genieten met volle teugen wanneer zij hun beeldend talent in mogen zetten bij creatieve (denk)opdrachten. Al kan het frustrerend zijn wanneer hun jonge handen nog niet kunnen maken wat hun creatieve hoofd bedenkt. Het hebben van een beeldend talent heeft dan ook weinig te maken met goed kunnen knutselen. Het gaat echt om je creatieve en beeldende manier van denken.

ZIN­TUIGLIJK TALENT

Kinderen met een zintuiglijk talent hebben een sterk vermogen alles wat via hun zintuigen binnenkomt intens te beleven. Deze kinderen kunnen onder meer enorm geraakt worden door prachtige wolken in de lucht of een regenboog. Ze kunnen intens genieten van lekker zittende zachte stofjes, maar net zo intens kriegel worden van labeltjes en niet lekker zittende kleding. Ze kunnen genieten van muziek die zo hun hart in lijkt te stromen. Het kunnen kieskeurige eters zijn met sterke voorkeuren voor het ene soort voedsel en een sterke afkeer van ander soort voedsel.

PSYCHO­MOTORISCH TALENT

Kinderen met een psychomotorisch talent hebben de capaciteit om heel veel energie te hebben. Ze houden van lichamelijke activiteiten waarbij ze die energie mogen uitleven. Die energie kan zich ook uiten in snel en veel praten. Soms zo snel dat de oren van de luisteraar het niet bij kunnen houden. Ze zijn niet dol op stil zitten en vaak beweegt er eigenlijk altijd wel iets aan deze kinderen. Zodra ze wakker zijn, zijn ze “aan”!

Overprikkeling en onderprikkeling

Je kunt op deze talenten overprikkeling en onderprikkeling ervaren. De prikkels op deze gebieden komen namelijk intens binnen en je verwerkt ze intens. Dit kan leiden tot gedrag. Dit gedrag is vaak de aanleiding tot aanmelding van kinderen en jongeren.

Je kunt onder meer zien:

Bij emotioneel talent:

  • Extremen in emoties; zeer boos, super blij, totaal wanhopig en diep bedroefd. Soms dit alles elkaar opvolgend in korte tijd of zelfs tegelijkertijd beleefd
  • Lichamelijke uiting van emoties: buikpijn, hoofdpijn, hartkloppingen
  • Emoties worden sterk geuit: angsten, schuldgevoel, verlegenheid, piekeren over de dood

Bij intellectueel talent:

  • Leerhonger die niet gestild wordt op school waardoor er op school verveling komt wat weer leidt tot allerlei gedragingen. (terugtrekken, dagdromen, opstandig gedrag)
  • Niet kunnen stoppen met denken. Het gevoel meegesleurd te worden in gedachten zonder hier nog controle over te hebben
  • Overmatig kritisch denken, over zichzelf en over de wereld om zich heen

Bij verbeeldend talent:

  • Snel afgeleid zijn, zowel door externe prikkels als interne prikkels
  • Sterk visuele leerstijl waardoor het talig denken minder goed opkomt (beelddenken)
  • Angstig worden door eigen fantasie

Bij zintuiglijk talent:

  • Makkelijk overspoeld worden door interne en externe zintuiglijke prikkels
  • Bij overprikkeling sterk gericht zijn op zichzelf en eigen behoeftebevrediging
  • Behoefte om de aandacht op te eisen. “Rupsje nooit genoeg” op het gebied van aandacht, eten, kopen e.d.

Bij psychomotorisch talent :

  • Hyperactief; altijd in beweging
  • Impulsief; moeite met wachten op de beurt, clownesk gedrag
  • Sterk gedreven; zeer competitief zijn, moeite met verliezen

Onderzoek

Wij doen onderzoek naar de vijf verschillende overexcitabilities en gaan dan in kaart brengen waar er sprake kan zijn van onderprikkeling of overprikkeling. Wanneer er sprake is van hoge overexcitability op emotioneel, intellectueel en verbeeldend vlak zien wij dit als een groot ontwikkelingspotentieel. Een onderprikkeling op het ene gebied kan weer gedrag geven op een ander gebied.

Zo kan een kind dat zich emotioneel niet veilig voelt gedrag laten zien op zintuiglijk gebied. Het kind kan dan ineens bepaalde kleding niet meer verdragen. Of een kind kan intellectueel onderprikkeld zijn door gebrek aan uitdaging, maar gedrag laten zien op psychomotorisch gebied hierdoor. Dit kind wordt dan bijvoorbeeld heel druk of kan niet meer op zijn beurt wachten.

Dit is waarom wij altijd naar het geheel van deze vijf gebieden kijken. Door op zoek te gaan naar de behoeften die onder het gedrag liggen, kan er worden aangesloten bij die behoefte en verandert het gedrag. Wij zien gedrag altijd als een signaal van een wel of niet vervulde behoefte. In een gezin heeft ieder gezinslid natuurlijk behoeften. Belangrijk is dat hier balans in is zodat er ruimte is voor de behoeften van ieder gezinslid.

Onderwijs.

Wij kunnen school hier natuurlijk indien gewenst in meenemen, daar het kind een groot deel van zijn tijd daar doorbrengt en ook daar onderprikkeld en/of onderprikkeld kan raken. We kunnen aansluiten bij schooloverleggen om psycho-educatie te geven over onderprikkeling en onderprikkeling van het kind en te ondersteunen bij het in balans brengen hiervan voor het kind op school.