Pesten of plagen
De afgelopen tijd ben ik regelmatig in aanraking gekomen met kinderen en jongeren die gepest worden. Tenminste, dat vinden ze zelf. Hun omgeving brengt vaak de nuance aan dat ze vinden dat het kind het gevoel heeft dat het gepest wordt. Het is immers vaak helemaal niet zo bedoeld en het kind vat gewoon alles zo persoonlijk op. Het kind is er gewoon erg gevoelig voor. En ja, het kind is sowieso wel erg gevoelig. Dus conclusie: het kind zou minder gevoelig moeten worden en moeten kijken naar de intentie. Maar is dat wel zo? Frank de Mink heeft het mooi verwoord in zijn presentatie: “Het verschil tussen pesten en plagen zit niet in de intentie, maar in het gevoel dat het de ander geeft”. Als we er op die manier naar kijken, geeft dat ineens een totaal ander beeld.
Het is niet zo bedoeld
Wat veel volwassenen doen zodra een kind aangeeft dat het gepest wordt, is de situatie gaan terughalen en analyseren. We willen graag weten wat er precies gebeurd is, wat er is gezegd en door wie en ga zo maar door. Op basis van de door ons volwassenen verzamelde informatie vellen we dan het oordeel of het wel of geen pesten is geweest en wat er moet gebeuren. Zo kan het zijn dat het oordeel is dat het niet zo bedoeld is door het andere kind en dat er dus geen sprake is van pesten. Ergo: jouw gevoel klopt niet en mag er eigenlijk niet zijn. Punt. Of het kan zijn dat het andere kind verbaal veel sterker is en een draai geeft aan het verhaal waarbij de rollen worden omgedraaid. Een kind dat bijvoorbeeld stiekem een ander kind treitert tot het punt dat het kind ontploft en boos wordt. Het laatste wordt gezien waarbij het kind dat getreiterd wordt eindigt met straf. Doordat het boos is en vol emotie lukt het niet om uit te leggen dat het eerst getreiterd is. Ergo: jouw gedrag klopt niet en mag er niet zijn. Punt.
Eenzaam
Veel kinderen eindigen met een eenzaam en onveilig gevoel in bovenstaande situaties. Als we uitgaan van het principe dat het pesten is wanneer het zo voelt is dat heel begrijpelijk. Het kind voelt het als pesten, maar door de omgeving wordt gezegd dat het niet zo is en dat het zich dus niet zo hoeft te voelen. Verandert dat iets aan het gevoel? Nee. Maar toch is dat wat wij, volwassenen, verwachten. Dat het kind geen pijn meer voelt omdat wij zeggen dat het eigenlijk geen reden heeft om pijn te hebben. Vanuit goede bedoelingen natuurlijk, want we hopen echt dat het kind daardoor minder pijn heeft. Het gevolg is echter vaak dat een kind beslist om maar niets meer te zeggen. Zo was ik laatst met een meisje in gesprek dat al jaren gepest wordt. Ze zei me dat het tegenwoordig minder pijn doet dan eerst omdat ze inmiddels gewend is om deze pijn te voelen. Mijn hart breekt wanneer ik een kind zoiets hoor zeggen.
Gevoeligheid en pesten
Het verschil tussen hooggevoelige kinderen en minder gevoelige kinderen is natuurlijk onder andere hun gevoeligheid. Het feit dat er een verschil is, wordt door veel gevoelige kinderen geïnterpreteerd als: ‘ik ben anders’. Als we er vanuit gaan dat ca. 15-20% van de mensen (en dus ook van de kinderen) hooggevoelig is, dan betekent dat automatisch dat de overige ca. 80% minder gevoelig is. Hun beleving van de wereld is verschillend. Het minder gevoelige kind kan anders tegen bepaalde uitspraken aankijken dan het gevoelige kind. Het gevoelige kind is vaak behept met een zeer sterk rechtvaardigheidsgevoel. Dit kan een rol spelen omdat het kind zal opkomen voor wat in zijn ogen eerlijk is. Daarnaast kan het gevoelige kind zich sterk inleven en kan het vaak precies voelen wat iemand anders voelt. Dit is een reden waarom zeggen dat het gewoon terug moet pesten of slaan vaak niet werkt. Ze weten als geen ander hoe het voelt en willen dit absoluut een ander kind niet aandoen. Zelfs niet hun pestkop. Dat maakt hen immers net zo slecht en dat willen ze niet. Soms gaan ze tegen ouders of anderen zeggen dat ze het nu terug zijn gaan doen terwijl dat niet waar is omdat ze hen ook niet willen teleurstellen. Je kunt je wel voorstellen hoe dit voelt voor het kind.
Gevoelig voor afwijzing
Wanneer een hooggevoelig kind in een omgeving vertoeft die het als onveilig ervaart, is het mogelijk dat het een afwijzingsgevoeligheid ontwikkelt. (rejection sensitivity) Dit is iets dat ik vaak zie bij kinderen die gepest zijn. Hierdoor ontwikkelt het kind eigenlijk een soort “angst voor afwijzing”- bril dat het niet meer kan afzetten. Een hooggevoelig kind heeft normaal gezien sterke antennes waarmee het de wereld waarneemt en de informatie die binnenkomt wordt diepgaand verwerkt. Met die antennes voelt het: vind ik dit oké? Vind ik jou oké? Vind ik deze situatie oké? Op het moment dat de angst voor afwijzing-bril opgaat verandert de stand van deze antennes. Ze zijn vanaf dan ingesteld op: vind jij mij oké? Omdat er al sprake is van een onveilig beeld is de verwachting van het kind dat anderen hem of haar vast niet oké zullen vinden. De informatie die waargenomen wordt, wordt nu gekleurd door die verwachting.
Angst voor afwijzing-bril
De kunst om subtiele signalen op te kunnen vangen die past bij hooggevoeligheid wordt nu ingezet met dit doel. Door de bril echter worden die signalen anders geïnterpreteerd. Het kind gaat overal signalen zien die bevestigen dat anderen hem of haar niet oké vinden. Zoals een oud gezegde luidt: “Als je een hamer bent, zie je overal spijkers”. Dit is precies wat er bij het kind gebeurt. En zo ontstaan er steeds meer situaties waarin het kind de pijn voelt van gepest of achtergesteld worden maar anderen dit anders zullen beoordelen. Wat ook logisch is, want het kind heeft daadwerkelijk een andere beleving van de wereld die het waarneemt dan anderen. Echter kan het kind hier niets aan doen; het neemt daadwerkelijk dit waar. Als je dan te horen krijgt, keer op keer, dat je het verkeerd ziet zonder dat je begrijpt waarom, word je zo nog meer bevestigd in het feit dat anderen jou niet oké vinden. En zo komt het kind steeds vaster te zitten en meer en meer alleen te staan.
Waarom SoVa-training dan niet helpt
Wat veel gedaan wordt bij deze kinderen is ze een SoVa- training geven, want als ze maar wat sociaal vaardiger zouden zijn zouden ze zich niet zo snel gepest voelen. Of als ze wat beter voor zichzelf op zouden komen, dan voelen ze zich minder gepest. Dit is echter alleen gericht op vaardigheden aanleren. Het gaat voorbij aan het feit dat dit kind op een veel dieper level hulp nodig heeft. Het kind mag weer leren dat het helemaal oké is zoals het is. Zolang het kind dat niet leert, zal alles wat aan goed bedoelde trainingen zoals SoVa, Kanjer of Rots en Water, gewoon lijken af te ketsen op het kind. Het komt niet binnen en er verandert niets. En niet alleen dat, het zal het kind ook nog verder bevestigen in dat het niet goed genoeg is. Het moet immers kennelijk van alles leren. Het kind moet echter niet leren om sociaal vaardiger te worden, maar het kind mag leren van zichzelf te houden. Dit gaat eigenlijk net zo op voor de pester als het gepeste kind, want pesten komt vaak niet zomaar uit het niets. Wat als we deze kinderen niet zouden aanleren hoe ze zich sociaal moeten gedragen, maar wat als we kinderen leren om van zichzelf te houden en op die manier vanuit respect voor jezelf en de ander leert handelen? Zouden dan die sociale vaardigheden niet automatisch daaruit voortvloeien?
Goed genoeg
Ik behandel in mijn praktijk zowel kinderen als volwassenen. Wat mij enorm opvalt is dat bij bijna alle cliënten het vaak neerkomt op één en hetzelfde thema: ‘ik ben niet goed genoeg’. Ik kijk gisteren in de hitlijst van het moment en een groot gedeelte van de goed scorende liedjes gaan over hetzelfde thema: ik ben niet goed genoeg, ik hoor er niet bij of ik ben anders. Het is een menselijke worsteling die in het tijdperk van social media alleen maar groter en groter lijkt te worden. We richten ons steeds meer op erbij horen en raken daardoor de echte verbinding met elkaar kwijt. Zoals Brene Brown zo mooi aangeeft is erbij horen het tegenovergestelde van verbinding maken. Gevoelige mensen zijn juist op zoek naar die verbinding en daarvoor moet je dus het erbij willen horen loslaten. Dit veroorzaakt een flinke innerlijke strijd die vaak tot diep in de volwassenheid doorloopt. Het gevoel niet goed genoeg te zijn is een hele grote factor in het ontwikkelen van een burn out. Wat als we op jonge leeftijd al mee gaan geven dat iedereen anders is? Dat juist dat je doel is hier op aarde: het vorm geven aan jouw unieke anders zijn. Dat iedereen zich anders voelt en dat juist dat gegeven ons juist weer hetzelfde maakt: menselijk. We zijn allemaal anders en tegelijkertijd zijn we allemaal mens. Punt.