Blog

Vakantie is gezellig! Toch..?

We lopen samen richting de boulevard van Bloemendaal. Nou ja, samen.. Mijn man, mijn oudste dochter en ik lopen samen. Mijn jongste dochter loopt tien meter achter ons. Die wil niet bij ons lopen want ze is boos. Zij wil bij de caravan blijven en spelletjes doen. Wij willen naar de boulevard om gezellig een drankje te doen en daar te kijken naar de zon die ondergaat in de zee. Tja, dat is vrij vaak het woord willen en dat is precies waar deze blog over gaat; het hebben van een sterke wil. Die sterke wil is namelijk dik bezaaid in ons gezin, net als gevoeligheid en dat is niet altijd het beste recept voor gezelligheid.

Vakantie = gezellig

“Waarom gaat het nu weer zo? Waarom is het nou nooit eens gewoon gezellig op vakantie? Waarom is het of de een of de ander van de kinderen die boos is? Waarom stopt ze nu niet gewoon met boos doen? Het is ook altijd hetzelfde Tjonge jonge, ik vind dit niet leuk!!!!” Dit zijn gedachten die door mijn hoofd spoken wanneer mijn dochter boos achter ons gaat lopen en niet langer met ons wenst te praten of op enigerlei wijze contact met ons te hebben. Gedachten van mij die eigenlijk helemaal niet reëel zijn want we hebben een hele gezellige dag gehad. Maar mijn intense emotionele beleving gaat met me aan de haal waardoor ik ineens die “oh wat ben ik toch een zielige mama-bui” kan inschieten. Zeker als het een bepaalde tijd van de maand is, ligt die bui gewoon wat dichter aan de oppervlakte en dit is juist die bepaalde tijd van de maand.

Afstand

Als ik langzamer ga lopen, gaat zij nog wat langzamer lopen want ze wil gewoon die afstand tussen ons in hebben nu. Ik vind dat lastig want ik ben van het uitpraten en oplossen. Wij zijn erg close en deze afstand vind ik in eerste instantie lastig. Maar die afstand helpt uiteindelijk niet alleen haar maar ook mij, want ik besluit om wat ik aan anderen leer nu maar weer eens zelf in de praktijk te brengen. Afstand nemen en waarnemen wat je denkt en voelt. Kun je hier met mildheid naar kijken? Ik adem diep in en registreer met afstand wat er allemaal in mij gebeurt. Wat denk ik? Wat voel ik? Ik voel me ongemakkelijk tegenover de andere mensen die op de stoep lopen. Ik voel me schuldig dat ik niet gewoon bij de caravan wilde blijven want dat kind vindt dat nu eenmaal zo gezellig. Ik denk dat ik alles verkeerd aanpak. Ik voel me als moeder en jeugdhulpverlener tekort schieten met een boze dochter die niet bij mij wil lopen. Hmm, dat is wel erg veel ik.. Die bepaalde tijd van de maand speelt hier vast ook een rol in. Waarom mag mijn dochter niet gewoon even boos zijn? Omdat het vakantie is? Dat is toch een belachelijke reden. En ineens voel ik me kalmer worden. Ik zie mijn eigen overtuiging die mij in de weg zit en ik besluit om niet mijn automatische piloot in te schieten. Ik hoef dit niet op te lossen of weg te poetsen. Het mag er gewoon zijn.

Sterke wil

Mijn jongste dochter is een hooggevoelig meisje met een enorm sterke wil. Het is een heerlijk blije spring in het veld die precies weet wat ze wil en wat ze niet wil. Ze houdt van kneuteren en gezellig spelletjes doen. Samen met zijn viertjes spelletjes spelen; je kan haar niet gelukkiger maken. Het is een meisje dat lekker in haar vel zit, leuke vriendinnen heeft en plezier heeft in het naar school gaan. Ze heeft een heel sterk inlevingsvermogen en maakt het graag anderen naar de zin. Hier loopt ze zichzelf wel eens in voorbij. Het is een zorgzaam meisje. Zo af en toe komt haar sterke wil er even keihard uit. Zeker nu ze de tienerleeftijd heeft bereikt, merk ik verschil in haar gedrag. Ze heeft veel humor en kan heerlijk gek doen, maar haar grapjes kunnen nu wel eens op het randje of net eroverheen zijn. Ze weet precies wat ze wel en niet wil en je kan lullen als brugman, maar een nee wordt geen ja en vice versa.

Ik hoor niet bij jullie

Die heerlijk blije spring in het veld lijkt op dit moment meer op een donderwolk. Ze loopt met haar hoofd naar beneden. Haar lange haren als bescherming voor haar gezicht. Alles straalt uit: ik ben er niet en ik hoor zeker niet bij die drie! Nadat ik bij mezelf heb kunnen vaststellen wat er in mij gebeurt, lukt het me om afstand te nemen van mijn overtuigingen en vooral van het idee over mijn tekortkomingen. Ik ben geen slechte moeder, ik heb gewoon een boze dochter van tien jaar op dit moment. Hierdoor zakt bij mij de emotie. Ik ben ook een hooggevoelige dame met een sterke wil en dat kan in de weg zitten als moeder, heb ik gemerkt. Maar zij heeft ook recht op een boze bui en dus besluit ik haar die bui te gunnen in plaats van te proberen haar eruit te trekken. Dat laatste heeft trouwens toch geen enkele zin maar is toch wat ik anders wel gedaan zou kunnen hebben. Het riedeltje afwerken van “nou, doe eens gewoon gezellig want we zijn op vakantie” naar “als je hier niet mee ophoudt dan heeft het gevolgen”. Pedagogisch niet heel sterk en vaak de laatste strohalm van deze mama.. Tja, die machteloosheid als ouder hè.. niet altijd even makkelijk.

Veiligheid

Ze blijft structureel achter ons aanlopen en met mijn man spreek ik af om haar deze bui te gunnen en ons er niet in mee te laten zuigen. Wanneer we een drukke weg over moeten steken, stop ik waardoor zij ook stopt. ‘Lieve schat, ik weet dat je niet wilt praten of bij ons wilt lopen en dat is prima. Maar als we oversteken, wil ik zien dat dit veilig gebeurt dus ik wacht even hier.’ En jawel, ze passeert me zonder me een blik waardig te gunnen, maar ze is veilig aan de overkant. Daarna pakken we de “ik hoor niet bij jullie-routine” weer op en gaat ze weer achter ons lopen. Ik merk dat ik totaal anders met de situatie kan omgaan als ik met afstand en met mildheid naar mijn eigen overtuigingen kan kijken. De situatie is nu gewoon wat die is, waarbij ik weet dat die niet blijvend zal zijn. Ik kan zonder schuldgevoel of minderwaardigheidsgevoel kletsen met mijn man en met mijn andere dochter. Ik hoef dit niet op te lossen. Haar boosheid mag er zijn, maar ik hoef er niet iets mee te doen en het zegt niets over mij.

De zonsondergang

We nemen plaats op een heerlijk loungebed aan het strand. Onze boze dame gaat op een bed achter ons zitten. Stiekem moeten mijn man en ik een beetje lachen om haar volharding. We bestellen drankjes en kletsen lekker met zijn drieën over de vakantie. Mijn oudste dochter vraagt of ik een foto wil maken als zij omhoog springt met de ondergaande zon op de achtergrond. Na een aantal pogingen lukt het en heeft ze de foto die ze graag wil. We lopen terug en mijn dochter tikt me aan. ‘Kijk mama, ze zit al op de hoek van ons loungebed.’ Ze is inderdaad richting ons loungebed gekomen en zit met de haren voor haar gezicht wapperend in de wind naar beneden te kijken. Onze oudste dochter heeft dit soort buien al tig keer gehad dus ze weet hoe haar zusje zich voelt. ‘Ik denk dat ze er bijna uit is, mama’, zegt ze. En inderdaad, ze kijkt langzaam omhoog. ‘Mag ik ook wat drinken alsjeblieft? vraagt ze. We bestellen wat te drinken en ze komt bij ons zitten. Ze wil ook graag een “springfoto”, dus papa gaat met haar mee. En dan zitten we op ons loungebed met zijn vieren en jawel: het is vakantie en het is gezellig!

Oh, wat een jaar!

Moment stilstaan

Ieder jaar op 11 april neem ik een moment om stil te staan, een moment om terug te kijken en te zien waar ik nu sta. Dit is ontstaan toen ik op 11 april 2002 voor de derde keer een miskraam kreeg. Mijn droom om moeder te worden leek toen onbereikbaar geworden en zo werd 11 april een datum die in mijn hoofd gegrift staat. Mijn wereld stortte een beetje in op die dag. Mijn hele leven was ik al dol op kinderen. Het gevoel nooit moeder te zullen worden was zo overweldigend dat ik er keihard van weg ben gerend. Ik zou dit wel weer even naar het positieve buigen. Later dat jaar kreeg ik steeds meer lichamelijke klachten. Na een rondje artsen kwam ik uiteindelijk bij de reumatoloog die de diagnose fibromyalgie stelde. Dit betekende dat ik mijn werk niet meer kon doen. Een weg langs ergotherapie en revalidatietherapie volgde. Nog een domper, en nog een ervaring om ver van weg te rennen. Ik besloot dat dit op mijn pad kwam om mijn dromen waar te maken en zo schreef ik me in voor de HBO opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Als ik dan mijn lichaam niet meer zo goed zou kunnen gebruiken, dan maar meer werken met mijn hoofd.

Van het een naar het ander

Er volgde een weg langs allerlei andere punten waar ik niet heen wilde, want weglopen voor mezelf bleek moeilijker dan gedacht. Maar ik rende gestaag door. Ik werkte eerst als begeleider bij een woonvoorziening voor mensen met een beperking en bijkomende psychiatrische problematiek. Op school kreeg ik het steeds lastiger. Er was nog niet veel veranderd voor me sinds de middelbare school. In de les bloeide ik op en deed ik actief mee. Maar in de pauzes worstelde ik met mezelf omdat ik me zo sociaal ongemakkelijk voelde. Dit alles koste me bergen spanning en uiteindelijk mocht ik intern doorgroeien waardoor ik kon stoppen met school. Zo, weer een berg ontweken.. Ik werkte inmiddels als persoonlijk begeleider en deed dit met veel plezier. Wel ging ik ieder jaar naar een andere groep want verveling kwam toch wel erg snel om de hoek kijken. En toen kwam daar het moment waarop we toch weer gingen nadenken over een kindje. Op vakantie in Turkije zag ik een vallende ster waarop ik in stilte de wens uitsprak om mama te mogen worden. Ongelooflijk, de sterren bleken ons goed gezind want het lukte gewoon gelijk! Ik raakte zwanger van mijn oudste dochter. Op 11 april 2006 kon ik ineens met een totaal ander gevoel deze datum beleven! Wat was dat een intens gelukkig gevoel. Het gevoel dat mijn allergrootste wens in vervulling was gegaan.

Niet hetzelfde meer.

Ik werkte inmiddels op een woonvoorziening met cliënten met gedragsproblematiek. Hier lag mijn voorkeur omdat ik dat een grotere uitdaging vond. Ik had hier ook niet eerder problemen mee gehad. Ik was overgestapt naar een andere werkgever met een locatie in mijn woonplaats. Dit bleek geen verstandige beslissing. Ik werkte met een cliënt met hevige gedragsproblematiek. Toen ik hem lopend met de kinderwagen tegenkwam in de stad, was dit geen pretje. Hij bedreigde me en alles in me schreeuwde dat ik weg moest rennen. Dit was het einde van mijn baan daar. Na een heftige crisissituatie ging deze cliënt naar een gesloten woonvoorziening, maar voor mij lukte het niet meer om me prettig te voelen op mijn werk. Ik heb het nog geprobeerd bij mijn oude werkgever in een andere plaats, maar de lange tijd onder hoge spanning en met angst werken had mijn werkplezier verknald.

11 april 2008

Ik had besloten om uit de zorg weg te gaan. Ik ging “normaal” werken met normale werktijden, want dat was makkelijker als moeder. Ik kletste mezelf een bedrijf binnen als office manager. Ik was verantwoordelijk voor de gehele administratie en later voor het personeelsmanagement. Ik had eigenlijk de ballen verstand hiervan, maar ik leer snel en houd wel van een uitdaging dus in no time had ik me de functie eigen gemaakt en werd het routine. Ik verveelde me dood in een “normale” baan. Sleurde me vaak naar het werk. Van continu alert en op mijn hoede zijn kwam ik nu in een baan waar de grootste alertheid bestond uit het zorgen dat de printer niet leeg raakte en het koffieapparaat gevuld bleef. Natuurlijk chargeer ik nu, maar dit was wel mijn gevoel daar. We gingen op vakantie met ons inmiddels twee-jarige dochter en daar aan het zwembad viel ons iets op. Waar andere kinderen speelden met broertjes of zusjes was ons meisje alleen met ons. Zouden we het lot durven tarten? Zouden we durven proberen om nogmaals een zwangerschap aan te gaan? Met duidelijke afspraken om onszelf te beschermen tegen te veel pijn gingen we het nog één keer aan. Jawel hoor, ik raakte direct zwanger en op 11 april 2009 kon ik stil staan bij het leven met mijn jongste meisje vier dagen oud in mijn armen. Ik heb me nog nooit rijker gevoeld dan toen.

11 april 2017

De jaren gingen verder. Omdat ik graag bij mijn meiden wilde zijn en niet meer terug naar mijn “normale” baan wilde, besloot ik om als gastouder te gaan werken. Op deze manier kon ik thuis zijn voor mijn eigen meiden en toch ook nog werken vanuit mijn sociaal pedagogische achtergrond. Ik sloot me aan bij een bureau en zo ontstond Kinderopvang Sassebas. Het was een pittige baan, maar ik genoot met volle teugen van het moeder zijn en alle kindjes om me heen. Daarnaast genoot ik van de vrijheid; het werken zonder baas paste me als een handschoen. Ik kreeg uiteindelijk een vaste club opvangkinderen die samen opgroeiden met mijn kinderen. In 2014 ging ik naast de opvang werken bij het bureau omdat ik toch wel echt behoefte kreeg aan weer een baan buiten mijn eigen huis. Nadat mijn oudste dochter hoogbegaafd was getest, ging ik me verder scholen om juist deze kinderen te kunnen gaan helpen. Dit lukte en ik kreeg een baan als specialist hoogbegaafdheid. Ik had een enorm plezier in mijn werk als specialist hoogbegaafdheid en op 11 april 2017 keek ik met een trotse blik terug op het voorgaande jaar. Ik had mijn faalangst overwonnen en deed waar ik altijd van gedroomd had: kinderen en hun ouders helpen. Ik verloor me echter in mijn baan en begin 2018 resulteerde dit in een fikse burn out.

11 april 2018

Op 11 april 2018 keek ik vertwijfeld terug op het voorgaande jaar. Ik had mezelf verloren in mijn baan en was mezelf compleet kwijtgeraakt. De faalangst bleek niet echt overwonnen, maar vooral onderdrukt. Ik had me een masker aangemeten dat me een zelfverzekerde uitstraling gaf en ik ging iedere uitdaging aan. Niet om me te ontwikkelen, maar om me te bewijzen. Dat is een wereld van verschil, weet ik nu. Op 11 april 2018 zag mijn leven er niet bepaald rooskleurig uit. Ik was voortdurend moe, prikkelbaar, emotioneel labiel, angstig, razendsnel overprikkeld en ik had geen idee hoe nu verder te gaan. Alles wat ik altijd leuk had gevonden, lukte nu niet meer. Een feestje, een dag naar een pretpark, de kermis; ik ging er allemaal snel huilend vandaan. Zwaar overprikkeld. Toch was het ook een mooie tijd. Het mooie in deze tijd was dat al mijn persoonlijke relaties verdiepten. Nu ik ineens niet meer constant aan het werk was, werd ik weer aanspreekbaar. Misschien wel liggend op de bank, maar ik was er wel weer. Zo kreeg mijn persoonlijke leven een soort face-lift. Ik was intens gelukkig en dankbaar met mijn privéleven, maar dat werkend leven dan? Ik besloot dat ik eerst de relatie met mezelf wilde gaan verbeteren. Niet meer wegrennen of vluchten in een nieuwe uitdaging; eerst de diepte in met mezelf. In een individuele mindfulness-trainer vond ik de hulpverlener die ik nodig had. Waar voorheen niemand echt bij me binnen kwam, lukte dit hem wel. Ik leerde over de werking van mijn brein en over mezelf op een dieper level dan ooit. Langzaam kwam mijn power terug en besloot ik dat het nu tijd was voor mij om mijn eigen pad te gaan lopen. Niet meer mezelf bewijzen, niet meer denken dat ik niet genoeg ben, maar heel cliché “in mijn eigen kracht” gaan staan. Al krijg ik altijd spontaan een allergische reactie van die woorden, ze bleken voor mij wel van toepassing.

11 april 2019

Zo komen we dan nu bij 11 april van dit jaar. Jeetje, ik kan haast niet geloven waar ik nu sta. Ik had vorig jaar nooit durven dromen, laat staan denken, dat mijn leven er nu zo uit zou zien. Ik had niet gedacht mij ooit weer zo vol energie te voelen. Maar het lijkt wel of ik een nieuw leven heb gekregen. Een nieuw leven met mijn eigen praktijk en zonder de constante angst voor afwijzing die zo diep geworteld zat in mij. Afgelopen week werd me duidelijk hoe anders het nu is. Ik raakte flink verkouden vorige week en lag vrijdagmiddag ziek op bed. Op zaterdag verwachtten we 35 man visite voor de verjaardag van mijn jongste dochter en met een snotterig hoofd en keelpijn lukte het me toch om van al die lieve familie en vrienden om me heen te genieten. Ze gaven me energie in plaats van dat ze energie kostten. Op zondag waren we vroeg uit de veren en om 9 uur was ons huis weer helemaal spic en span. Ineens kwamen de meiden met het idee om naar de Efteling te gaan. Mijn man en ik keken elkaar aan en toen naar het prachtige weer buiten en jawel, we gingen naar de Efteling! De kinderen waren euforisch en wij ook. Naar de Efteling gaan lukte vorig jaar niet, terwijl we dat normaal ieder jaar doen. Ik raakte al van slag van een speeltuin. Maar nu liep ik met een grote glimlach op mijn gezicht stralend door de Efteling heen. Ik genoot van de blije koppies van mijn meiden, van het zonnetje op mijn gezicht en van mijn nieuwe leven. Ik genoot van het feit dat ik genoot. Wat een bijzondere ervaring. Het geeft me enorm veel hoop. Hoop dat het leven altijd weer anders kan lopen dan je verwacht. Ik ben benieuwd hoe ik 11 april 2020 zal gaan beleven. Maar nu eerst genieten van deze tijd!

Weet jij wat jouw Zinto nodig heeft?

Zinto met de gesprekskaartjes

Prikkels

Er zijn meerdere gebieden waarop je een prikkelgevoeligheid of wel overprikkelbaarheid kunt hebben. De zintuiglijke prikkelgevoeligheid is daar de meest bekende van. Veel ouders en leerkrachten weten inmiddels dat je zintuiglijk overprikkeld kunt raken. De vele koptelefoons en studybuddies die tegenwoordig in de klas zichtbaar zijn, zijn daar een duidelijk voorbeeld van. Dit zijn hulpmaterialen om overprikkeling te verminderen of voorkomen. Iets minder bekend, maar ook steeds bekender aan het worden is zintuiglijke onderprikkeling. In de klas zien we steeds vaker tangles, fidgetcubes en wiebelkussens. Dit zijn zintuiglijk prikkelende materialen. We weten dus inmiddels steeds meer over prikkels en prikkelverwerking. Het boek ‘Wiebelen en friemelen’ heeft daar voor veel ouders en leerkrachten bij geholpen. Er zijn echter veel meer prikkels dan alleen de zintuiglijke prikkels en dus ook meer gebieden waarop je overprikkeld en onderprikkeld kunt raken met allerlei gedragingen tot gevolg.

Vijf gebieden van overprikkelbaarheden

Binnen de theorie over positieve desintegratie van prof. Dabrowski onderscheidt hij vijf gebieden waarop mensen overprikkelbaar zijn: emotioneel, intellectueel, beeldend, sensorisch en psychomotorisch. Om deze theorie meer toegankelijk te maken voor kinderen heb ik die vijf gebieden vertaald naar vijf draakjes: de Intenso’s. De draakjes bezitten de kenmerken van de vijf overprikkelbaarheden. Door aan te sluiten bij de belevingswereld van kinderen kunnen zij meer inzicht krijgen in hun eigen overprikkelbaarheid. Maar wat wordt er nu eigenlijk bedoeld met ‘overprikkelbaarheid’?

Wat zijn nu eigenlijk overprikkelbaarheden?

De zogenaamde overprikkelbaarheden – ook bekend onder de Engelse term ‘over excitabilities’ – betreffen een sterk verhoogde of meer dan gemiddelde responsiviteit van het centrale zenuwstelsel op stimuli. Er zijn vijf verschillende overprikkelbaarheden die zich elk al op jonge leeftijd herkenbaar manifesteren. Dabrowski noemde deze overprikkelbaarheden ook wel ‘een tragische gave’ . De levensweg van mensen met overprikkelbaarheden is er zelden een zonder kuilen en hobbels, en overprikkelbaarheden gaan vaak gepaard met een complexe, intense, veelzijdige realiteitservaring die niet zelden tot innerlijke conflicten leidt. De intense beleving kan gepaard gaan met een potentie tot grote hoogtepunten en diepe dalen, tot grootse creatieve en maatschappelijke prestaties maar ook tot heftige interne conflicten en stress.

Bron: http://www.positievedesintegratie.nl

Iemand reageert dus sterker of meer dan gemiddeld op stimuli op de vijf verschillende gebieden. Iedereen heeft één of meer overprikkelbaarheden; zij het dat ze bij de een sterker aanwezig zijn dan bij de ander. Bij hoogsensitiviteit en (hoog)begaafdheid zien we vaker sterk aanwezige overprikkelbaarheden. Met name de emotionele, intellectuele en beeldende overprikkelbaarheid zien we vaak sterk aanwezig. Dit zijn ook de overprikkelbaarheden die kunnen leiden tot een groter ontwikkelingspotentieel. Het leren omgaan met je overprikkelbaarheden en het leren ze te kanaliseren speelt een belangrijke rol bij je persoonlijke ontwikkeling. Dit is de reden dat ik ze vertaald heb naar de Intenso’s om zo kinderen al op jongere leeftijd handvatten aan te reiken om met hun overprikkelbaarheden om te gaan. Maar om te leren hoe je ermee om moet gaan, moet je eerst weten dat je ze hebt! Dat is waarom ik de gesprekskaartjes heb ontwikkeld. Hiermee kun je met kinderen in gesprek over hun overprikkelbaarheden. Deze week stel ik iedere dag van de week een Intenso aan je voor zodat jullie ze kunnen leren kennen. Vandaag begin ik met Zinto; zij staat symbool voor de sensorische/zintuiglijke overprikkelbaarheid.

Zinto

Zinto is het oranje draakje van de Intenso vijfling. In het kinderboek komen de kenmerken van Zinto naar voren, als ook de interactie tussen Zinto en haar broers en zussen. Maar wat zijn nu dan die kenmerken van de zintuiglijke prikkelgevoeligheid? Hiervoor heb ik de vragenlijst OEQ-II vrij vertaald naar gesprekskaartjes voor kinderen. Ik zal de kenmerken opnoemen:

  • Ik kan sterk reageren op het spelen met klei, zand en water
  • Ik ben goed in het opmerken van verschillen in wat ik proef en ruik
  • Ik voel muziek in mijn hele lijf en mijn hele lijf reageert op muziek
  • Ik kan helemaal meegezogen worden in het kijken naar kunst of films
  • Ik kan genieten van alle verschillende kleuren en geluiden
  • Ik houd niet van hard lawaai of van dingen die vervelend aanvoelen op mijn huid
  • Ik ben dol op het luisteren naar geluiden uit de natuur
  • Ik kan sommige smaken intens lekker of vies vinden
  • Ik kan intens genieten van de natuur, zoals de zonsondergang of mooie wolken
  • Ik voel en friemel graag aan dingen die ik prettig vind aanvoelen

Meer dan zintuiglijke prikkels

Zoals je kunt zien in de opsomming is een sensorische overprikkelbaarheid veel meer dan alleen een sterke zintuiglijke waarneming. Zien, horen, aanraken en aangeraakt worden, proeven, beelden, muziek, objecten en kunstbeleving geven een heftige en rijke zintuiglijke reactie. In het middelpunt van de aandacht staan kan als prettig worden ervaren. Bij emotionele spanning kan er sprake zijn van een verlaagde irritatiegrens, concentratieproblemen en impulsiviteit. Er wordt bij emotionele spanning vaak een gerichtheid op zichzelf waargenomen: prinsen en prinsessengedrag. Het kan ook zorgen voor een soort “rupsje nooit genoeg”-gedrag; sterk gericht zijn op behoeftebevrediging zoals lekker eten en shoppen.

In de praktijk

In de praktijk heb ik hier een aantal duidelijke voorbeelden van mogen zien. Een meisje van acht jaar dat ging verhuizen, zowel van huis als van school. Het meisje is altijd wel licht zintuiglijk prikkelgevoelig geweest, maar nu de verhuizing steeds dichterbij komt, lijkt dit wel veel sterker te worden. Het is zelfs zo dat op den duur eigenlijk nog maar twee kledingstukken draaglijk aanvoelen voor haar, tot grote frustratie van haar moeder die niet begrijpt waar dit ineens vandaan komt. Een ander meisje van tien jaar verandert dermate in gedrag bij emotionele spanning dat haar ouders denken aan autisme. Ze is immers sterk op zichzelf gericht en lijkt zich niet in te kunnen leven in anderen. Op andere momenten echter is het juist een heel gevoelig en zorgzaam meisje dat sterk empathisch gedrag laat zien. Een jongen van zeven jaar kan intens genieten van lekker eten; hij geniet als een echte fijnproever van alle heerlijke smaken die er zijn. Bij emotionele spanning lukt het hem echter niet meer om op de rem te trappen en vinden zijn ouders regelmatig de verpakkingen van allerlei eten onder zijn bed en op andere verstopplekken.

Mijn eigen ervaring

Ik heb een hoop Zinto’s in me. Ik kan intens genieten van mooie kleuren. Een regenboog maakt mij als een kind zo blij. Maar ook mooie wolken, een zonsondergang of de natuur kan me ontroeren. Muziek de me raakt, raakt me dan ook diep. Mijn favoriete liedjes zoals Pia Douwes met ‘Mijn leven is van mij’, Willemijn Verkaik met ‘Ik lach om zwaartekracht’ en Barbra Streisand (ik weet het, guilty pleasure) met ‘Where is it written’ zijn allemaal liedjes die ik niet moet luisteren terwijl ik probeer mijn oogmake up aan te brengen.. Ze lijken wel recht in mijn hart binnen te komen. Ik kan intens genieten van mijn Zinto’s. Ik kan echter ook echt hartstikke overprikkeld raken door mijn Zinto’s. Dit vertaalt zich bij mij in geïrriteerdheid en de neiging om te gaan snaaien. Door het te herkennen kan ik kiezen hoe ik ermee omga. Mediteren of toch maar die reep Milka.. 😉 Door mijn Zinto’s te kennen en herkennen kan ik ze beter kanaliseren. Zo kan ik ervoor kiezen om even een rustmoment te pakken in een druk pretpark of tussen veel afspraken door tijd voor mezelf alleen in te plannen. Dit is wat ik kinderen nu ook leer met de Intenso’s. Zoals je leest hangt veel nauw samen met de emotionele overprikkelbaarheid. Morgen stelt dan ook Voelo zich graag aan jullie voor.

Vecht je tegen je pijn of tegen jezelf?

Moe van het vechten

Toen ik mijn burn out in knalde, besloot ik die burn out aan te pakken zoals ik alles aanpakte: keihard werken. Gewoon even een tandje bijzetten en dan is dit zo wel over. Hup, boeken bestellen over burn out. Hmm, dat is lastig; ik kan nu kennelijk geen boeken meer lezen. Na iedere bladzijde was ik het verhaal kwijt. Oké dan, wandelen! Ik kan wel proberen om tien kilometer te lopen, toch? Hmm, dit werkt ook niet. Ik kan mezelf nu helemaal niet meer bewegen. Ander werk bedenken dan? Hup, ga eens nadenken Sas. Wat wil je nu eigenlijk? Hmm, dat nadenken lukte ook niet meer. Jeetje, hoe moet ik dit nu doen dan? Vechten lukt niet meer, maar dat is wat ik altijd gedaan heb. Dat had me toch zo ver gebracht? Ja precies, bij een burn out..

Een openbaring

Voor mij was het lezen van de boeken van Eckhart Tolle een openbaring die mijn leven compleet veranderde. Het gekke was dat ik een aantal jaar eerder begonnen was in ‘De kracht van het NU’ en ik het toen maar een hoop “mambojambo” vond. Ik begreep er eerlijk gezegd geen bal van en legde het boek snel aan de kant. Maar nu, een paar maanden in mijn burn out, begonnen zijn woorden ineens wel echt binnen te komen bij me. Ik lees normaal een boek in een paar dagen, maar dat lukte nu sowieso niet. Ik moest het boek telkens wegleggen na een paar bladzijden. Constant met mijn verstand proberen te begrijpen wat er stond, zat me soms in de weg. De woorden niet met mijn verstand proberen te pakken, maar ze binnen laten komen bij me; dat kostte tijd.

De kracht van het NU

De basis van de kracht van het NU is dat er geen andere tijd is dan nu. Je leeft altijd in het huidige moment. De mens is het enige wezen, voor zover nu bekend, die door het denken in taal in staat is om in gedachten te leven in het verleden of de toekomst. Onze negatieve emoties die verbonden kunnen zijn aan de gedachten aan wat geweest is of wat nog komen gaat, spelen voor veel mensen een grote rol in het ervaren van welzijn. We kunnen ons namelijk precies zo voelen als we denken. Wij kunnen op maandag al veel last hebben van een moeilijke taak die op vrijdag gepland staat. Hierbij staat één gedachte vaak bovenaan: het zou niet zo mogen zijn. We zijn in verzet tegen wat is, ook al is het gewoon wat het is. Of we ons daar nu tegen verzetten of niet.

Wat is je probleem nu?

Een van de belangrijkste vragen die ik mezelf leerde stellen was: ‘wat is het probleem nu?’ Dit kwam voor het eerst echt aan bod toen ik vorig jaar zomer op vakantie was in Kroatië. Op de eerste dag van mijn vakantie kwam er een vervelend bericht binnen wat mijn stemming tot het nulpunt liet dalen. Ik schoot direct in doe-stand. Ik moet dit oplossen. Ik dook in mijn telefoon en ging alles opzoeken over dit onderwerp. Het bericht zorgde ervoor dat ik het gevoel had de controle over mijn toekomst te gaan verliezen en dus wilde ik die (schijn)controle terugpakken. En toen, ineens, kwam die vraag die Eckhart Tolle stelt in mijn hoofd: wat is het probleem NU, Sas? Ik zit in een heerlijk land met mijn gezin; de zon schijnt volop. Op dit moment is er geen probleem, maar in de toekomst zou dit bericht een probleem kunnen geven. Maar daar kan ik nu toch helemaal niks aan doen. Ik kan er mijn vakantie door laten verpesten, maar dan nog weet ik niet hoe dit gaat aflopen. Zowaar kwamen deze woorden helemaal bij me binnen. Ik legde de telefoon aan de kant en ging genieten van mijn vakantie.

Controle loslaten

Zo komen we bij een van de grootste oorzaken van stress: onze behoefte aan controle! Wij willen enorm graag controle over alles in ons leven. Loslaten is voor veel mensen enorm lastig. Ik was zelf een mega control freak. Ik ben goed in problemen oplossen, dus ieder probleem dat op mijn pad kwam,werd beloond met heel veel aandacht. Denken, denken en nog meer denken. Loste het iets op? Vaak niet echt. Ik sloeg vaak een stap over, waardoor ik direct in oplos-stand ging staan en verder rende naar de oplossing. Was dit echt een oplossing of gewoon een heel sterk staaltje vermijden? Ik weet nu dat het absoluut vermijden was. Maar het voelde goed, want ik leek alles onder controle te hebben. Ik dealde echter niet echt met de pijn of het probleem, maar was een kei geworden in het om de berg heen rennen.

Vechten tegen wat is

Ik leerde dat vechten tegen wat is nutteloos is. Ik moest eerst leren te accepteren dat het is wat het is. Moet je dan maar accepteren dat je in de modder zit en alles over je heen laten komen? Nee, dat is gelatenheid en duwt je juist in de slachtofferrol. Acceptatie betekent dat je accepteert dat je nu bent waar je bent en dat de situatie is zoals die is. Je moet eerst beseffen dat je in de modder zit, voordat je probeert eruit te komen. Ik probeerde constant de modder uit te komen zonder eerst te accepteren dat ik in de modder zat. Mijn burn out dwong me om te beseffen dat ik in de modder zat; je hebt simpelweg niet de energie om door te rennen om die berg heen. Niet dat ik het niet geprobeerd heb, hoor. Natuurlijk wel. Maar mijn oude strategie werkte niet meer. En zo kwam ik bij acceptatie van mijn burn out zijn. Dit voelde als een opluchting. Ik liet los hoe lang dit zou duren. Ik liet los hoe dit zou gaan aflopen op werkgebied. Ik richtte me op de situatie zoals die was en keek met mildheid naar mezelf. Voor het eerst stopte ik met vechten tegen de realiteit, maar besloot ik mee te gaan met wat is. Wandelen, rust pakken, mediteren, kleine geluksmomentjes beleven. Niet om beter te worden, maar om er op dat moment van te kunnen genieten. En zo vond ik langzaamaan mijn kracht en kwam ik tot herstel.

Beter word je toch door hard te werken?

Dit is wel een beetje het beeld van onze huidige maatschappij. Alles is mogelijk als je er maar hard genoeg je best voor doet, ook gelukkig zijn. Je best doen betekent voor veel mensen: denken. Ons brein is een prima middel om externe problemen op te lossen. Het is echter minder geschikt om problemen van onze binnenwereld op te lossen. Binnen de Acceptance en Commitment Therapy wordt hier een mooie metafoor voor gebruikt. Stel je voor dat je jezelf in een kuil hebt ingegraven en je hebt als gereedschap een schop voorhanden. Probleem moet worden opgelost en dus is iets doen beter dan niets doen en je begint fanatiek te scheppen. Het gevolg is dat je jezelf steeds verder ingraaft. Als mensen hulp gaan zoeken hopen ze vaak op een grotere schop, oftewel manieren om nog harder te kunnen vechten. Door eerst te leren stoppen met graven, kun je erna iets anders gaan proberen. Het voelt echter haast tegennatuurlijk om te stoppen met vechten. Vechten bestaat vaak uit vermijden; we willen weg van het probleem. Hiervoor worden drie methoden ingezet: voorkomen (om de berg heen lopen), afleiden (ik ga hard iets anders doen en dan is die berg er helemaal niet) of verdoven. (ik drink een wijntje, ik ga bingewatchen op Netflix of ik ga shoppen en dan denk ik er niet aan). Eerst moest ik inzicht krijgen in mijn methoden zodat ik me er bewust van werd. Accepteren dat ik die methoden inzette om te knokken tegen de pijn, zorgde ervoor dat ik het knokken kon loslaten. Van daaruit ging ik heel andere keuzes maken. Niet meer om de pijn heen, maar er dwars doorheen.

Piranha in de Efteling

Stap ik nu nooit meer in mijn eigen valkuil? Ben ik nu nooit meer geneigd om te gaan vechten? Natuurlijk stap ik er nog wel eens flink in. Ik betrap mezelf echter op het dieper scheppen in mijn valkuil, waardoor ik kan ingrijpen en mijn schop aan de kant kan leggen. Hard werken en veel denken zit bij mij diep verankerd. Maar ik weet dat dit zo is en kan dit accepteren. Ik maak vaak de vergelijking met de Piranha in de Efteling. Je gedachten en emoties kunnen een wildwaterbaan zijn. Het constant hiertegen vechten is als proberen te zwemmen in die wildwaterbaan. Je wordt telkens kopje onder getrokken en het kost enorm veel moeite. Door mindfulness, de Acceptance en Commitment Therapy en de boeken van Echhart Tolle heb ik mijn Piranha bootje kunnen bouwen. Natuurlijk bots ik nog wel eens tegen de kant of krijg ik een straal koud water over me heen, maar ik heb niet meer het gevoel dat ik bijna verzuip of keihard moet vechten om boven water te blijven.

Grenzen aangeven? Welke grens? Ik voel er geen!

Grenzen aangeven

Mijn huisarts stelde dat ik burn-out was. Hij zei me dat het nummer één advies bij burn out was om te leren je grenzen aan te geven. Met je vuist op tafel kunnen slaan en ‘nee’ leren zeggen. Dit was een prima advies, alleen kon ik er niet zoveel mee omdat ik geen idee had waar mijn grenzen lagen, laat staan dat ik ze kon aangeven. Het probleem was niet zozeer dat ik geen grenzen aangaf; het probleem was dat ik geen idee had waar mijn grenzen lagen. Ik voelde ze namelijk helemaal niet.

Grenzen voelen

Dit is iets dat ik in de praktijk steeds terug zie; mensen die helemaal geen grenzen voelen. Het is niet dat ze niet weten hoe ze de grens moeten aangeven, al is dat zeker ook niet hun sterke kant. Maar om grenzen aan te geven moet je in de eerste plaats je grens kunnen voelen. Omdat ze die niet voelen, komen ze helemaal niet tot het punt van grenzen aangeven. Mijn eigen ervaring komt hierin overeen met de ervaringen van cliënten die ik spreek.

Niet willen voelen

Zo kom ik bij wat naar mijn idee de basis is van burn out kunnen raken: niet willen voelen. Om burn-out te kunnen raken moet je gedurende lange tijd over je eigen grenzen gaan. Alle signalen die je lichaam op den duur aangeeft dat die grens bereikt is, worden genegeerd. Voor de meeste mensen komt het moment van burn-out zijn vaak als een donderslag bij heldere hemel. Het lijkt plots op je pad te zijn gekomen. Toch blijkt achteraf vaak dat er al lange tijd allerlei waarschuwingssignalen zijn geweest. Deze worden echter niet opgevat als waarschuwingssignalen, maar worden weggeduwd. Precies dat wordt ook gedaan met het voelen van “moeilijke” emoties zoals angst en verdriet. Men zet als het ware een slot op het hart om dit niet te voelen waardoor het contact met zichzelf steeds verder vermindert.

Copingstretegie: wegrennen!

Vaak zie ik dat mensen dezelfde strategie hebben ontwikkeld om te leren omgaan met moeilijke gevoelens. Deze strategie is alles ver wegstoppen en zo hard mogelijk bezig blijven om niet te hoeven nadenken over moeilijke dingen of moeilijke emoties te voelen. Niet lullen maar poetsen is een mentaliteit die je bij de meeste mensen die burn out raken terug ziet. Daarom hebben ze vaak zoveel moeite om hun burn out te accepteren. Hun hele zelfbeeld, dat bestaat uit altijd de persoon zijn die alles aankan en voor iedereen klaar staat, knalt nu onderuit. Wat blijft er dan over als je niet meer die persoon bent? Als je alleen nog maar kunt zijn omdat je simpelweg niet meer in staat bent om te doen. Dit is een harde confrontatie voor velen, maar het is ook een geweldige kans om juist dat beeld van jezelf niet meer op te hangen aan wat je doet of kunt, maar gewoon aan wie jij bent. Jij bent namelijk precies goed zoals je bent, ook als je niets doet.

Weer gaan voelen

Begeleiding bij burn out is vaak gericht op efficiënter leren werken of op beter time management. Naar mijn idee is dat een verkeerde weg om te gaan. Wat je deze mensen leert is dan hoe ze nog meer op hun schouders kunnen gaan nemen. Je gaat echter niet kijken naar het waarom van het burn out raken: het niet kunnen voelen van je grenzen. Leren hoe je weer kunt voelen, de “moeilijke” emoties die er nog zitten echt aangaan en leren omgaan hiermee is volgens mij de (blijvende) weg uit burn out zijn. Dit is zeker geen gemakkelijke weg, maar het is wel de weg die je een compleet ander leven kan opleveren, kan ik uit ervaring zeggen.

Hoe dan?

Hoe ga je nu weer voelen? Dit doe je door weer in contact te komen met je lijf. Meditatie, wandelen, bewegen kunnen je hierbij helpen. Niet je hoofd volproppen met afleiding, maar juist de stilte en de leegte opzoeken. Daarin ontstaat dan ruimte. Vervolgens ga je onderzoeken waarom je ervoor kiest om niet te voelen. Dit betekent dat je op zoek gaat naar juist die gevoelens die je al die tijd probeert weg te drukken. In mijn ervaring gaat het hierbij vaak om angst en verdriet. Dit kan zijn door allerlei oorzaken. Door niet langer weg te lopen maar juist vol deze emoties aan te gaan, kun je een nieuwe strategie ontwikkelen om met moeilijke emoties om te gaan. De principes uit mindfulness en de Acceptance and Commitment Therapy kunnen hier enorm helpend bij zijn. Zij bieden praktische handvatten hoe je kunt omgaan met de emoties en de bijbehorende gedachten. Deze gedachten zijn er, de emoties zijn er en je hoeft ze niet weg te drukken. Je hoeft ze ook niet te vervangen door positieve gedachten, want dit blijkt in de praktijk vaak niet te werken. Je gaat leren accepteren wat je voelt en denkt, je gaat het leren begrijpen en je gaat hiermee leren omgaan. Je hoeft dan niet meer weg te rennen maar kunt contact maken met jezelf. Je zult dan ook merken dat die emoties of gedachten hevig kunnen zijn, maar dat dit ook altijd weer wegzakt. Je angst voor de emoties of gedachten is vaak heftiger dan de emoties of gedachten zelf blijken te zijn.

En dan is ie daar: de grens!

En dan ineens ga je je bewust worden van de signalen die je lichaam je geeft om aan te geven dat jouw grens bereikt is of overschreden wordt. Bij de een is dit hoofdpijn, bij de ander een zoemend gevoel in het hoofd of druk achter de ogen. Voor iedereen kan dit anders zijn. Feit is dat je lichaam je duidelijke signalen geeft. Dat vervelende gevoel in je buik tijdens een gesprek waarbij de ander over je grenzen gaat, dat drukkende gevoel in je hoofd terwijl je nog even af wilt maken wat voor jouw gevoel echt niet meer kan wachten. Dit zijn signalen om je te helpen. Zodra je je bewust bent van deze signalen kun je naar de volgende stap, je grenzen aangeven. Dit blijkt in de praktijk een even moeilijke stap voor velen. Iemand die nooit eerder grenzen aangegeven heeft, heeft hierdoor bijvoorbeeld bepaalde verwachtingen gecreëerd bij anderen. Het idee om niet meer te voldoen aan (jouw idee van) de verwachtingen van anderen is voor veel mensen een belemmering in het aangeven van grenzen. Dit is dan ook een volgende stap in je weg naar volledig herstel.

Aan de slag!

Eerst op zoek naar je grenzen voelen en dan naar je grenzen aangeven. Op het moment dat je je grens echt voelt, zal het steeds lastiger zijn om die te negeren. Hoe meer je in contact staat met jezelf en hoe meer je van jezelf houdt, hoe minder nonsens je zult tolereren. Je gaat met respect voor jezelf en voor de ander je eigen pad volgen. Over het grenzen aangeven, de angst voor afwijzing en de weg naar leven vanuit je hart in plaats van angst, kun je meer lezen in het volgend blog.

Van onmacht naar vol in je kracht

Machteloos

Machteloosheid is een gevoel dat iedereen die (bijna) in een burn-out zit of heeft gezeten zal herkennen. Het is een intens gevoel dat zorgt dat je niet kunt stoppen wanneer eigenlijk je hele wezen doorheeft dat wat je doet niet goed voor je is.

Voor mij was dit niet anders. Een intens gevoel van machteloosheid dat zorgde dat ik maar over mijn grenzen bleef gaan. Het kon nu eenmaal niet anders. Toch? Dit was precies hoe ik het voelde; ik moet gewoon door, het kan niet anders. En om die reden beslist je lichaam op den duur voor je dat het zo niet meer kan.

Avicii

De documentaire van Avicii maakte diepe indruk op me. Ik bekeek hem een week voor zijn overlijden, toen ik zelf nog aan het herstellen was van mijn burn-out. Het intens beklemmende gevoel van controle over je eigen leven kwijt zijn, kwam diep bij me binnen. Bij een ander zien wat je zelf zo ervaren hebt, maakte veel bij mij los. Dit was precies wat ik gevoeld had in die maanden voor mijn uitvallen. Ik moest door; ik had geen keuze en geen controle. Alsof de macht over mezelf niet meer bij mezelf lag. Rejection sensitivity (gevoeligheid voor afwijzing) speelde voor mij hierin een grote rol. De angst voor afwijzing was zo groot dat ik de macht over mezelf uit handen had gegeven. Ik leefde in dienst van anderen. Had geen idee meer wie ik zelf was, welke behoeftes ik had of welke grenzen.

Kracht zoeken

Het gekke is dat toen ik uitviel en eigenlijk niks meer kon, er tegelijkertijd een oerkracht in me naar boven kwam die zorgde dat ik voor mezelf ging opkomen. Heel tegenstrijdig. Maar doordat ik zo diep onderuit ging, werd ik gedwongen om naar binnen te kijken. De pauzeknop lijkt ingedrukt te worden, en daar op de bank onder mijn dekentje, leek het alsof er ineens schellen van mijn ogen vielen en ik zonder rejection sensitivity filter naar mijn leven kon kijken. Wat ik zag maakte me niet blij. Alle vertrouwen in mezelf was ik kwijt geraakt. Ik twijfelde aan alles; zag vooral wat ik niet kon of niet had. Het niet universitair geschoold zijn was voor mij hierin lange tijd een punt van onzekerheid en schaamte. De bedrijfsarts zei het zo mooi tegen mij tijdens mijn eerste bezoek: : “Saskia, jouw hele leven was een grote leerschool om mensen te kunnen helpen. Jij hebt zoveel meegemaakt en ook weer overkomen dat jij alleen maar contact hoeft te maken met je hart om echt contact met mensen te kunnen maken. Vertrouw op jezelf”. Ik hoef jullie niet uit te leggen hoe dit binnen kwam bij mij. Het hielp me bij de keuze om mijn studie te stoppen en te gaan vertrouwen op wat ik te bieden heb. Ik ben geen wetenschapper en waarschijnlijk zal ik dit ook nooit worden. Dit maakt mij niet meer of minder, het maakt mij enkel geen wetenschapper. Dit heb ik niet alleen geaccepteerd maar voluit omarmd. Ik wilde namelijk juist mijn hoofd met mijn hart verbinden en niet meer enkel vanuit hoofd, kennis en denken leven.

Van onmacht naar kracht

Ik ben me gaan verdiepen in het leren verbinden met mijn hart.

Eckhart Tolle

Ik verslond de boeken van Eckhart Tolle. Steeds werd het me een beetje duidelijker dat het leven zoveel meer is dan ons hoofd en ons denken. Ik leerde over het ego, over de keuzes die gemaakt worden vanuit ego en hierdoor kon ik leren vergeven. In de stilte hoor je het meest. Leren om in die stilte te verblijven en contact te maken met mezelf heeft me geleerd wie ik ben. Niet wat ik kan of welke diploma’s of andere dingen mij definiëren, maar wie ik echt ben. Wat mij mij maakt is mijn hart. Ik kan vanuit mijn hart verbinden met andere mensen en hen echt zien. Dit kan ik koppelen aan mijn theoretische kennis, praktijkervaring en levenservaring. Dat maakt mij de coach die ik ben. Mijn onmacht (mijn jeugd, mijn moeizame weg door scholen, mijn eeuwige leerhonger die nooit op school gestild werd, mijn weg langs vele banen) werd zo mijn kracht. Ik zal nooit iedereens cup of tea zijn en dat mag. Ik heb namelijk mijn rejection sensitivity kunnen loslaten. Ik heb haar niet meer nodig. Ik begrijp dat zij er was om mij te beschermen. Maar het werd een harnas dat zijn doel voorbij schoot.

Een kado om door te geven

De lessen die ik geleerd heb in mijn leven door alles wat ik overwonnen heb, zijn lessen die ik door kan geven. Het voelt alsof ik een kado heb gekregen, waarvan het de bedoeling is dat ik het doorgeef. Ik gun iedereen een leven zonder rejection sensitivity. Ik gun iedereen dat hij of zij zichzelf niet alleen echt leert kennen, maar vooral ook voluit durft te omarmen. Precies zoals het in bovenstaande quote beschreven staat:

accepteer alles van jezelf- ik bedoel alles. Jij bent jij, dat is het begin en het eind. Geen verontschuldigingen en geen spijt.

Henry A.Kissinger

Dit is de reden dat ik doe wat ik doe: ik wil anderen helpen om zichzelf te leren kennen en voluit van zichzelf te durven houden. Leren leven vanuit je hart is dan ook mijn slogan geworden. Volwassene of kind; iedereen verdient dit. Hiervoor koppel ik hoofd, hart en handen. Inzicht vergroten om te begrijpen en dan leren bij jezelf naar binnen te gaan om het los te durven gaan laten. De tools aanreiken om dit ook echt te gaan doen in je leven, want verandering komt pas wanneer je uit je hoofd gaat en ook echt gaat doen. Het is prachtig om te zien dat mensen steeds een beetje meer van zichzelf gaan begrijpen en dan steeds een beetje meer van zichzelf durven te gaan houden. Dat is het mooiste kado dat er is. En dat mag ik mijn werk noemen. Mijn leven heeft me hier gebracht en ik ga genieten met volle teugen van alles dat het nog op mijn pad brengt. Kom maar op met die levenservaringen!

Volg je hart, want dat klopt

Je hart volgen

Je hart volgen. Het lijkt zo’n makkelijk advies. Hoe moeilijk kan het zijn om naar je eigen hart te luisteren? Het is immers toch jouw eigen hart? En toch was het een van de moeilijkste dingen die ik heb moeten leren. Pas in een fikse burn-out leerde ik in contact te komen met dat hart van mij. Mijn lichaam en geest leken me op deze manier tot stilstand te dwingen, want vanuit stilte kun je pas luisteren naar je hart. Deze blog gaat over mijn verhaal hoe ik leerde naar mijn hart te luisteren. Ik hoop dat het anderen kan helpen om naar de soms fluisterende signalen van hun hart te leren luisteren voordat je lichaam en geest je geen andere keuze meer geven dan naar je hart te luisteren.

Een jaar geleden

Nu een jaar geleden probeerde ik te genieten van de kerstvakantie. Dit lukte echter voor geen meter. Ik was zo ontzettend moe dat ik de dagen zonder verplichtingen zonder uitzondering in bed heb doorgebracht. Mijn hele lichaam deed pijn en ik voelde me alsof ik een marathon had gelopen. Iedere dag.. Het lukte me maar niet om bij te rusten. Ik voelde me schuldig naar de kinderen toe omdat dit nu net eindelijk mijn tijd met hen was. Maar ik moest ook studeren voor dat tentamen dat ik in de vakantie had gepland zodat mijn werk er niet onder zou lijden. Mijn hoofd leek echter wel een vergiet; iedere gedachte die ik had vervloog voordat ik hem kon vastpakken. Laat staan dat ik de stof over persoonlijkheidsleer in mijn hoofd kon vasthouden. Ik voelde steeds meer wanhoop in me naar boven komen. Hoe zou ik dit ooit allemaal voor elkaar gaan krijgen? Nog een paar dagen en dan was de vakantie voorbij. Dan begon het werk weer met alle drukte die daarbij hoorde. Toch gaf ik mezelf niet gewonnen. Ik moest gewoon even doorbijten en wat rust pakken, dan kwam het vast vanzelf weer goed.

Weer aan het werk

Na in de vakantie toch nog het tentamen te hebben afgelegd, begon ik weer met werken. Ik had vakantie gehad, maar dit voelde totaal niet zo. Op het werk was het weer volle kracht vooruit. Maar die volle kracht van mij leek steeds minder op volle kracht. Het kostte me veel meer tijd om de dingen te doen dan anders. Ik maakte vreemde fouten. Zo las ik dan een email terug van mezelf en zag ik dat ik meerdere woorden gewoon vergeten was. Ook wilde ik vier deelnemers een certificaat toesturen en ging dit meerdere keren fout. Ik leek mijn eigen hoofd niet meer te kunnen vertrouwen. Ik werd meer en meer prikkelbaar en probeerde me af te sluiten voor de drukte om me heen. In een korte tijd waren we van een klein team naar een groot team gegroeid en ik had moeite met de drukte die daarbij hoorde. Af en toe ging ik even op de w.c. zitten en voelde de tranen drukken achter mijn ogen.

Thuis ook geen rust

Thuis ging de spanning gewoon door omdat daar naast twee kinderen mijn studie op me wachtte. Als ik studeerde voelde ik me schuldig omdat ik niet bij mijn kinderen was en als ik met mijn kinderen bezig was voelde ik me schuldig omdat ik niet aan het studeren was. Ik kon eigenlijk nergens meer echt van genieten, maar liep constant rond met het gevoel overal tekort te schieten. En toch, als iemand me toen zou vragen hoe het ging, zou ik gezegd hebben dat het prima ging. Alles sluipt er zo geleidelijk in en ik stond al zo lang onder te hoge druk, dat ik eraan gewend was om me zo te voelen. In de zomervakantie voelde ik me ook al zo en in de meivakantie eigenlijk ook al. Ik dacht dat het bij het ouder worden hoorde. Misschien kwam de overgang er al vroeg aan? Misschien had ik iets onder de leden? Het was nu eenmaal hoe het was, dus ik accepteerde het. Geen seconde heb ik gedacht dat ik op een burn-out aan het afstevenen was. Maar toen ik later de laatste maanden onder de loep nam, kon ik wel degelijk alle waarschuwingssignalen zien. Mijn ijzeren wil drukte die signalen echter compleet weg. Ik wilde zo graag mezelf bewijzen in werk en studie dat die drang voor alles ging. Dit alles kwam natuurlijk vanwege een diepgeworteld gevoel niet genoeg te zijn..

Signalen

Ik heb in een eerder blog al de waarschuwingssignalen gedeeld. Ik ga hier mijn eigen signalen nog een keer herhalen omdat als ik geweten had dat mijn klachten signalen zouden zijn van een naderende burn-out, dan had ik ze veel serieuzer genomen. Hoe eerder je ingrijpt, hoe minder hard je onderuit hoeft te knallen en hoe sneller je aan de slag kunt met de andere kant op gaan werken: van een burn-out vandaan.

De waarschuwingssignalen bij mij:

  • Vermoeidheid. Een vermoeidheid die niet vermindert na een goede nachtrust.
  • Slecht slapen. Moeite met inslapen door een te druk hoofd. Moeite met doorslapen, regelmatig wakker.
  • Virusjes. Ik kreeg regelmatig last van allerlei virusjes terwijl ik voorheen een goede weerstand had. Veel last van buikklachten.
  • Verhoogde bloeddruk terwijl ik van nature een lage bloeddruk heb.
  • Moeite met eten. Ik kreeg moeite met het eten van de warme maaltijd. Zeker als ik thuis kwam van een drukke werkdag en het eten rook. De geur alleen al overprikkelde me dan. Ook leek het wel te vermoeiend om een warme maaltijd te eten. Later, tijdens de burn-out kreeg ik ook moeite met vast voedsel. At ik pap, soep of vla.
  • Paniekaanvallen. Ik had regelmatig paniekaanvallen in de nacht. Ik droomde dan dat ik ineens besefte dat ik een verkeerde keuze had gemaakt en dat ik nu dus zeker te weten dood ging en schrok compleet in paniek wakker. Ook overdag kreeg ik last van paniekaanvallen. Ik kreeg dan ineens het gevoel flauw te gaan vallen. Dit resulteerde een keer in de auto naast te kant zetten en een ontzettende huilbui omdat ik zo bang was.
  • Moeite met nadenken. Ik leek gedachten niet goed meer te kunnen vastpakken met mijn aandacht. Ze vervlogen gelijk nadat ik ze gedacht had.
  • Vreemde fouten maken. Denken zeker te weten iets goed gedaan te hebben en geen idee hebben hoe je die fout hebt kunnen maken.
  • Prikkelbaar zijn. Ik kreeg een kort lontje. Ik voelde me snel aangevallen. Mijn geduld nam ook steeds verder af.
  • Terugtrekken. Ik trok me steeds meer terug. Kon in de pauze op het werk bijvoorbeeld moeilijk deelnemen aan gesprekken.
  • Moeite met concentreren. Mijn concentratie kon ik niet vasthouden. Ik had moeite met focussen.
  • Snel overprikkeld

En toen ging het licht uit

Al deze signalen namen in de periode van een jaar steeds verder toe. Ze zijn er niet ineens allemaal in één keer. Telkens komt er iets bij. Het gaat geleidelijk en je accepteert die verschijnselen allemaal, want ja, je moet natuurlijk wel gewoon door. Mijn moeder vroeg me regelmatig of ik mezelf niet overvroeg. Ik reageerde daar een beetje geïrriteerd op. Er was helemaal niets aan de hand met mij. Wat lag ze nou toch te zeuren? Als ik nu foto’s zie van mezelf uit die tijd zie ik pas de kringen onder mijn ogen en hoe vlak mijn ogen staan. Er zat geen vonk meer in mijn ogen. Ik was aan het overleven in plaats van leven.

Het licht ging bij mij in etappes uit. Ik viel uit op een dinsdag eind januari. Ik kon alleen nog maar huilen en was zo ontzettend moe. Alles deed pijn en ik was echt helemaal op. Ik ben toen twee weken bezig geweest met rust nemen en vond dat het toen wel over moest zijn. Dit werkte natuurlijk niet zo. Ik probeerde boeken te lezen over herstellen bij burn-out, maar de tekst danste voor mijn ogen en mijn brein leek het niet op te kunnen nemen. Ik ging bewegen maar nog steeds in standje overdrive waardoor het niet ontspannend was, maar nog steeds inspannend. En zo kwam ik uiteindelijk tot volledige stilstand. Ik begreep dat dit echt een burn-out was zoals de huisarts had geconstateerd en niet gewoon burn-outklachten wat ik er zelf van gemaakt had. Zeker drie maanden volgden met complete stilstand. Ik kon zelfs niet meer in mijn normale tempo lopen; ik liep als een oud vrouwtje. De dagen bracht ik door op de bank en op bed. Het gedoe met Arbo-diensten die geen bal snappen van een burn-out hielp zeker niet mee. Maar ik bleef nu wel mijn grens aangeven, simpelweg omdat ik niet anders kon.

Het keerpunt

Het keerpunt kwam toen ik begon met meditatie. Door meditaties te gaan volgen op YouTube leerde ik de kracht van meditatie te kennen. Ik mediteerde wel een uur soms en ontdekte zo mijn eigen binnenwereld. Zo kwam ik steeds een beetje dichter bij mezelf. Ik leerde door meditatie dat ik niet mijn gedachten ben. Mijn kern kon nooit iemand van mij afpakken en dit hielp mij bij steeds duidelijker mijn grenzen aangeven. Ik ging vaker de natuur in en wandelde op mijn gemak een rondje. Niet meer proberen om tien kilometer te lopen, maar mijn lijf voelen en kijken wat het aankon. In het begin kon ik een paar minuten aan de waterkant zitten. Het liefst al met mijn telefoon in de hand. Maar steeds werd deze behoefte minder en uiteindelijk kon ik voor mijn plezier een half uur aan de waterkant zitten zonder afleiding. Gewoon genieten van de natuur en de rust.

Reïntegratie mislukte en ik besefte dat mijn pad een ander pad moest worden dan het pad dat ik voorheen bewandelde. Het roer moest om. Ik was al met mijn studie gestopt omdat die niet bracht wat ik nodig had. Lopend aan de waterkant kwam het idee voor Praktijk SAS bij me op. Ik wist inmiddels wat ik te bieden had en het leek me geweldig om helemaal vanuit mijn hart en eigen visie te kunnen werken. Maar ik wilde eerst leren nog steviger in mijn schoenen te staan. Dit heb ik geleerd door een individuele mindfulnesstraining te gaan volgen. Deze training is voor mij life changing geweest.

Kracht van mindfulness

Ik mediteerde natuurlijk inmiddels al, maar ik wilde me graag meer hierin verdiepen omdat ik het effect ervan duidelijk merkte. Ik had alle boeken van Eckhart Tolle gelezen en steeds meer lukte het me om in het nu te leven. Via mijn zorgverzekering kwam ik bij mindfulness training uit. Ik heb gekozen voor de individuele variant omdat ik meer de diepte in wilde kunnen gaan. En dat heb ik zeker gedaan. Ik heb inzichten in de training gekregen die mijn leven echt hebben veranderd. Ik zal enkele van die inzichten met jullie delen:

  • Je bent niet wat je denkt maar wat je doet. Dit was een ontzettende eye-opener voor mij. Ik geloofde namelijk alles wat ik dacht. Ik leerde dat wat ik deed niet zo verkeerd was, maar mijn gedachten matchten daar niet mee. Door die gedachten ging ik ver over mijn grenzen heen.
  • Je brein produceert gedachten, niet jij. Je gedachten zijn dus niet dé waarheid, het zijn gewoon gedachten. Jij kunt zelf kiezen hoeveel waarde je aan ze hecht.
  • Je brein is gericht op overleving. Het waarschuwt jou voor gevaar. Daarom zijn ca. 80% van je gedachten al negatief. Pas op, kijk uit etc. Je kunt je voorstellen dat in de prehistorie bij de groep horen van levensbelang was, dus ook daar zijn we alert op. Sensitieve mensen zijn hier hyperalert op omdat we nog sterker zijn in het lezen van signalen bij anderen. De interpretatie van die signalen hoeft echter helemaal niet te kloppen, want die wordt gekleurd door jouw beleving. Tel daar rejection sensitivity bij op en je kunt je een voorstelling maken van mijn gedachten..
  • Leef in het nu. Welk probleem heb je nu? Niet vandaag of deze middag, maar echt nu op dit moment. Je leeft alleen maar in het nu.
  • Je hoeft negatieve gedachten niet te vervangen door positieve gedachten. Je kunt ze waarnemen en zelf beslissen wat je ermee doet. Bepaalde gebeurtenissen en ervaringen in je leven die diepe indruk hebben gemaakt kunnen zorgen voor bepaalde gedachten. Bij mij zijn zowel ‘Ik ben niet genoeg’ en ‘Ik moet mezelf onzichtbaar maken om niet aangevallen te worden’ de twee aanjagers van negatieve gedachten. Mijn grote behoefte aan bevestiging omdat ik mezelf niet genoeg vond was in constante strijd met de behoefte mezelf onzichtbaar te maken. Je moet immers zichtbaar zijn om bevestiging te kunnen krijgen, maar dit maakt je ook kwetsbaar.
  • Ik leefde vanuit angst door de trauma’s die ik heb doorgemaakt. Dit begon al tijdens de zwangerschap waarin mijn moeder doodsangsten heeft uitgestaan. Ik heb me altijd zowel extrovert als introvert gevoeld, maar ik ben er achter gekomen dat de introverte kant is gevormd door trauma. Introvert was het onzichtbaar maken. Nu mijn trauma’s echt verwerkt zijn, merk ik dat voor het eerst in 42 jaar ik zonder angst leef. Het lijkt wel of ik een compleet nieuw leven heb gekregen, een leven vanuit vertrouwen en niet vanuit mijn angst.

Leven vanuit je hart

Voor mij was het nodig om mijn trauma’s te verwerken en mijn angsten volledig aan te gaan om uit te kunnen komen bij mijn kern. Ik las laatst dat iemand schreef dat stress (als veroorzaker bij burn-out) enkel angst is en daar ben ik het wel mee eens. Je angst om niet te voldoen bij anderen zorgt ervoor dat je over je eigen grenzen gaat. Volledig herstel van burn-out vereist het aangaan van je angsten. Dit is wat ik gedaan heb en ik kan het iedereen aanraden. Negen maanden nadat ik burn-out uitviel stond ik weer vol energie in het leven. Mijn energie stroomt weer omdat ik volledig vanuit mijn hart leef. Natuurlijk wil mijn hoofd het wel weer eens overnemen, maar ik weet nu wat ik moet doen om het contact met mijn hart niet te verliezen. Ik kan enorm genieten van mijn hoofd voluit inzetten met het ontwikkelen van methodieken, het schrijven van verhalen, het bedenken van spellen en het vormgeven van mijn eigen praktijk. Maar ik weet dat ik weer in mijn eigen valkuil zal stappen als ik niet op tijd op de rem ga staan. En ook al voel ik dan weerstand om op die rem te gaan staan want het voluit gaan voelt zo goed, ik weet ook dat mijn hoofd dan probeert controle te krijgen door alles zo goed mogelijk te willen doen. Door juist op de rem te gaan staan, een wandeling te gaan maken of een meditatie te doen, blijft mijn energie stromen en kan ik vanuit vertrouwen leven in plaats vanuit controle en angst. Dit gun ik iedereen, want het is oprecht een compleet nieuw leven.Een nieuw jaar nu waar ik enorm zin in heb. Als jij je herkent in de waarschuwingssignalen, ga dan op zoek naar die rem om bij je hart uit te komen. Het is het meer dan waard!

Prikkelkans of prikkeluitdaging?

Intense kinderen

Terwijl ik meeliep met de kerstwandeling keek ik glimlachend om me heen naar alle kinderen. Het was een kerstwandeling van de voltijds HB-school van mijn dochters en de bijbehorende reguliere school. Mijn glimlach werd veroorzaakt door de sensitieve begaafde kinderen die ik aan alle kanten om me heen zag stuiteren. Ik kon de sensitieve begaafde kinderen er zo tussenuit halen. Het waren duidelijk de meest intense en ook aanwezige kinderen die zichtbaar alle prikkels intens opnamen en verwerkten. De lichtjes, het buiten zijn in het donker, het zoeken naar de kerstfiguren, de lekkere hapjes; alles werd even intens beleefd en dit is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. Daar spelen de overprikkelbaarheden een grote rol in.

Dat sensitieve en/of begaafde kinderen intense kinderen zijn, zullen alle ouders kunnen beamen. Het stereotype beeld van het brave, druk studerende kind met zijn neus in de boeken is een beeld dat ik maar zelden ben tegengekomen in de praktijk. De overexcitabilities, ook wel intensiteiten, prikkelgevoeligheden of overprikkelbaarheden genoemd (bij gebrek aan een echt duidelijke Nederlandse vertaling) geven een verhelderend inzicht in de intense prikkelverwerking van deze kinderen. De overexcitabilities komen voort uit de positieve desintegratietheorie van prof. Dabrowski. Ieder mens heeft overexcitabilties in meer of mindere mate. Het zijn gebieden waarop je prikkelgevoelig ofwel prikkelbaar bent. Bij sensitieve en/of begaafde kinderen/personen zien we vaak minimaal één maar vaak meer overprikkelbaarheden sterk aanwezig. Volgens prof. Dabrwoski speelt de mate waarin je de overexcitabilities kunt kanaliseren een rol bij je persoonlijkheidsontwikkeling en de mogelijkheid tot groei daarin.

Overprikkeling

Veel van de problemen die gezien worden bij begaafdheid/sensitiviteit kunnen worden terug geleid naar overprikkeling of onderprikkeling. Coaching is er dan ook vaak op gericht de balans te vinden tussen onderprikkeling, voldoende prikkeling en overprikkeling. 

De overprikkelbaarheden zijn er op vijf gebieden en geven alle vijf mooie kansen om voluit te kunnen genieten van het leven. Het zijn zogezegd prikkelkansen: kansen om jezelf te prikkelen. Prikkeling op deze gebieden voelt fijn voor de mensen met een overprikkelbaarheid op dit gebied. Wanneer er echter een disbalans is, kunnen ze leiden tot overprikkeling die zich op diverse manieren kan uiten. Dit noemen we prikkeluitdagingen. Begeleiding op dit gebied bestaat uit het inzicht creëren in de overprikkelbaarheden, het ontdekken hoe ze ingezet kunnen worden als kansen en het leren hoe om te gaan met de prikkeluitdagingen. Het is dus nooit de bedoeling om de overprikkelbaarheden af te leren maar juist om ze te leren kanaliseren.

Vijf overprikkelbaarheden

De overprikkelbaarheden zijn er op vijf gebieden. Ik zal ze kort omschrijven met hierbij zowel enkele van de kansen als enkele van de prikkeluitdagingen:

  • Emotioneel:
    • prikkelkansen: hoogsensitiviteit, intense en complexe emoties, sterk inlevingsvermogen, sterke gehechtheid
    • prikkeluitdaging: angsten, psychosomatische klachten (buikpijn, hoofdpijn), schuldgevoelens, eenzaamheid
  •  psychomotorisch:
    • prikkelkansen: capaciteit om actief en energiek te zijn, , competitief, gedreven, snel in alles
    • prikkeluitdaging: tics, hyperactief gedrag, impulsief, workaholic of clowneskgedrag
  • intellectueel:
    • prikkelkansen: intellectuele honger (bij interesse), nieuwsgierig, kritisch denken,analytisch sterk, scherp observatievermogen
    • prikkeluitdaging: doorslaand perfectionisme, overmatig kritisch naar zichzelf en naar anderen (betweter)
  • beeldend:
    • prikkelkansen: creatief denkvermogen, poëtisch taalgebruik, magisch denken, fantasievol
    • prikkeluitdaging: angsten, moeite met onderscheid realiteit en fantasie, nachtmerries
  • zintuiglijk:
    • prikkelkansen: sterk kunnen genieten van zintuiglijke waarnemingen zoals muziek, de natuur, sensorische materialen, films, kunnen genieten van in de belangstelling staan zoals bij optredens of presentaties.
    • prikkeluitdaging: sterk gericht zijn op zichzelf en eigen behoeftebevrediging, heel veel aandacht willen, sterke geprikkeldheid van onder andere de huid (labeltjes, draadjes in sokken etc.)

Overprikkelbaarheden in de praktijk

Wat merk je nu van die overprikkelbaarheden? En hoe kan inzicht hierin je helpen om fijner in je vel te komen zitten? Voor mijzelf was het moment waarop ik leerde over de overprikkelbaarheden het moment dat ik mezelf eindelijk écht begreep. Ik herken veel in alle uitdagingen en kansen. Ik herken ook veel in de intensiteit. Mijn hele leven heb ik al snel het gevoel ’too much’ te zijn. Het is echter hoe ik ben en niet hoe ik doe, dus hier zat een flinke worsteling in voor mij.

Wat merk je aan mij bijvoorbeeld? De psychomotorische OE merk je bij mij onder andere aan mijn enorme gedrevenheid en het snelle praten. Hoe vaak ik de zin: “Goh, jij praat wel snel, hè.” al gehoord heb? Ontelbaar.. Maar het gekke is dat ik voor mijzelf natuurlijk gewoon normaal praat. Het is hetzelfde als horen dat je wel vreemd ademt of zo. Het gaat bij mij van nature zo snel. Het betekent dat ik het in presentaties of trainingen altijd even aangeef zodat mensen mij erop kunnen attenderen als ik te snel ga. Dit is met name zo als ik erg enthousiast word en laat ik nu enorm enthousiast zijn over en in mijn trainingen. Nu ik weet waar het door veroorzaakt wordt en ik het begrijp, voel ik me niet meer aangevallen als ik gevraagd word minder snel te praten. De uitdaging bij deze overprikkelbaarheid is voor mij op tijd op de rem trappen en mezelf niet voorbij rennen.

De emotionele overprikkelbaarheid merk ik aan mijn sterk empathisch vermogen, de diepe gehechtheid en mijn intense emotionele beleving. De uitdagingen heb ik lange tijd ervaren in het eenzaam zijn, nét niet echt aansluiting vinden, zoeken naar verbinding en angstig zijn. Ik kan op dit moment zeggen dat deze uitdagingen geen grote rol meer spelen in mijn leven doordat ik echt weet wie ik ben en mezelf volledig geaccepteerd heb. Inclusief alle vreemde en rare kantjes..

De beeldende overprikkelbaarheid merk ik aan mijn creatieve denkvermogen. Methodieken bedenken, materialen ontwikkelen, websites bouwen, folders maken etc. Noem het maar op, ik vind het allemaal geweldig. Mijn prikkeluitdaging ligt hierbij in mijn zeer sterke verbeeldingsvermogen, waardoor ik alles wat mis kan gaan letterlijk voor mijn geestesoog zie gebeuren. In mijn jongere jaren resulteerde deze overprikkelbaarheid vaak in zeer intense nachtmerries, angsten en vermijdingsgedrag. 

De intellectuele prikkelkans zit voor mij in mijn grote leerhonger. De onderwerpen die mij interesseren kan ik echt tot op de bodem uitzoeken. Ik voel me nog steeds als een kind in een snoepwinkel als ik de bibliotheek in stap. Ik kan me echt onderdompelen in een onderwerp en het gevoel hebben dat ik een boek het liefst zo direct in mijn hoofd zou willen planten. De uitdaging zit voor mij bij deze overprikkelbaarheid in perfectionisme en overmatig kritisch zijn naar met name mezelf. Inmiddels kan ik mijn perfectionisme voor me laten werken doordat ik geleerd heb hiermee om te gaan. 

De zintuiglijke of sensuele overprikkelbaarheid merk ik vooral in mijn intense zintuiglijke beleving. Ik kan diep ontroerd raken van een prachtige lucht of in de natuur zijn. Daarnaast geniet ik van heerlijk zachte stofjes op mijn huid, een mooi muziekstuk of een ontroerende film. Ik ben iemand die het heerlijk vind om presentaties of trainingen te geven en voor een groep te staan. De prikkeluitdaging zit hem voor mij in het op tijd zorgen dat ik alle prikkels wel kan verwerken. Even een korte meditatie, even pas op de plaats is hierbij voor mij heel belangrijk. Anders gaan de prikkels me overweldigen en raak ik er juist van overprikkeld.

 Balans

Al deze overprikkelbaarheden werken op elkaar in. Zo kan een emotionele overprikkeling bijvoorbeeld door een verhuizing zorgen voor een veel snellere zintuiglijke overprikkeling. Een meisje in begeleiding kon bijvoorbeeld gedurende een verhuizing en overstap naar een andere school ineens bijna geen een kledingstuk meer verdragen. Een gebrek aan prikkeling of een teveel aan prikkeling op het ene gebied heeft vaak direct effect op een ander gebied. Om die reden is het zo belangrijk om eerst goed inzicht te krijgen in alle overprikkelbaarheden. Want die jongen die de klas constant op stelten zet en richting ADHD-diagnose gaat, zou zomaar zwaar intellectueel onderprikkeld kunnen zijn. Dat meisje dat constant afgeleid raakt door alle prikkels in de klas, zou zomaar emotioneel overprikkeld kunnen zijn doordat ze (nog) geen veiligheid ervaart in de klas. En de overprikkelbaarheden blijven je hele leven bij je. Ook bij volwassenen is inzicht in de overprikkelbaarheden om die reden belangrijk.

Misdiagnoses voorkomen

Ik heb in de praktijk veel misdiagnoses voorbij zien komen die terug te leiden waren naar de overexcitabilities. Een sterke psychomotorische overprikkeling heeft veel raakvlakken met kenmerken van ADHD. Een sterke zintuiglijke overprikkeling heeft veel kenmerken die lijken op autisme. Het grote verschil tussen kenmerken van ADHD of autisme en de prikkeluitdagingen is dat de kenmerken van ADHD of autisme er altijd zijn en die prikkeluitdagingen slechts op momenten of in periodes. ADHD of autisme kun je niet ‘uitzetten’. Daarom is het zo belangrijk dat de overprikkelbaarheden meer bekendheid krijgen. Ik heb meerdere kinderen gezien waarbij medicatie geadviseerd werd en er uiteindelijk door andere aanpassingen een heel ander kind tevoorschijn kwam. Dus hierbij wil ik een lans breken voor al die kinderen en volwassenen met sterk aanwezige overprikkelbaarheden: je bent niet ’too much!’Je bent precies goed zoals je bent. Zodra je leert hoe je om kunt gaan met jouw prikkelkansen en prikkeluitdagingen kun je juist intenser genieten van het leven. De overprikkelbaarheden zijn dan een kadootje. Dit gun ik al die intense kinderen en volwassenen!

Van burn-out naar bruisen van energie

Burn-out

Zoals ik vertel in een eerder blog, ben ik zelf een periode burn-out geweest. Het is niet te vergelijken met depressief zijn of andere psychologische problematiek. Burn-out zijn is een energiestoornis en geen stemmingsstoornis zoals een depressie dat is. Burn-out zijn wil zeggen dat je op mentaal, emotioneel en fysiek vlak compleet uitgeput bent. Je bent zogezegd op al die vlakken leeg. Wat mij zo heeft overvallen aan burn-out raken is dat het zo plotseling komt. Natuurlijk zie je al de waarschuwingssignalen wel als je achteraf terug kijkt, maar dit is achteraf. Als iemand de week voor ik uitiel had gezegd: ‘joh Sas, jij gaat richting burn-out zo hoor’, dan had ik die persoon meewarig aangekeken en gedacht dat die er niet meer naast kon zitten. Je hoofd en met name je ijzeren wil regeert je hele wezen zo sterk, dat je het gewoon echt niet meer kunt voelen. Je staat al een poos in standje ‘survival’ dan.

Waarschuwingssignalen

Zou het dan niet een goed idee zijn om meer aandacht te schenken aan al die waarschuwingssignalen zodat mensen daar meer zicht op krijgen en op die manier inzicht kunnen krijgen in hun daadwerkelijke staat van zijn? Ik zal eerst de waarschuwingssignalen noemen die ik zelf achteraf kon duiden:

  • non-stop trillende handen
  • gevoel alsof ik liters cafeïne gedronken had zonder dit te hebben gedaan
  • moeilijk inslapen
  • hevige nachtmerries oplopend tot paniekaanvallen
  • verhoogde bloeddruk
  • vaak geveld worden door virusjes terwijl ik normaal een sterke weerstand heb
  • gevoel alsof mijn benen de grond niet raakten. Net alsof je net van een loopband of trampoline afgestapt bent
  • slecht functionerend geheugen terwijl ik normaal een ijzersterk geheugen heb
  • gedachten niet meer kunnen “pakken”, ze lijken te vervliegen
  • fouten maken (vreemde fouten. Zo stuurde ik vier mensen de post voor elkaar in plaats van voor hen terwijl ik ervan overtuigd was het goed gecheckt te hebben)
  • prikkelbaar. Niet veel kunnen hebben. 
  • moeite met geven. Aandacht aan de kinderen geven vond ik lastig. Ik raakte snel overprikkeld door hun aanwezigheid. Het schuldgevoel hierover overprikkelde me nog verder
  • constant moe, proberen energie te halen uit suikers.
  • paniekaanvallen

Dit was mijn eigen rijtje dat ongeveer twee à drie maanden opbouwde in hevigheid voor ik uitviel. De symptomen beginnen subtiel en bouwen steeds verder op. In de maanden voorafgaand aan mijn uitval, ben ik een aantal keer bij de huisarts geweest voor bijvoorbeeld de virusjes en de hoge bloeddruk die in mijn geval extra vreemd was, daar ik van nature een lage bloeddruk heb. Zelfs in tijden van stress zoals na het overlijden van mijn biologische vader.

De symptomen van burn-out volgens GGZ

Psychische symptomen

  • Concentratieverlies
  • Besluiteloosheid
  • Angst- en paniekklachten
  • Geheugenproblemen
  • Gevoelens van paniek
  • Snel kwaad
  • Jezelf snel ergeren
  • Gevoel van machteloosheid
  • Opgejaagd gevoel
  • Neerslachtig
  • Sneller agressief
  • Wantrouwen
  • Nergens zin in
  • Gevoelens van onzekerheid
  • Neiging tot verslaving

Lichamelijke symptomen

  • Constante moeheid
  • Slapeloosheid
  • Gevoel van uitputting
  • Pijn in de spieren
  • Nek- en schouderpijn
  • Spanning op de buikstreek
  • Energieloze stem
  • Hoge ademhaling
  • Vergeetachtigheid
  • Geen of weinig zin in seks
  • Snel moe of grieperig
  • Darmproblemen
  • Hoge hartslag
  • Hoge bloeddruk

(H)erkenning

Als ik bovenstaande rijtjes had gezien in de maanden voor ik uitviel, had ik één en één misschien wel op kunnen tellen en had ik kunnen inzien dat ik richting burn-out aan het gaan was. De symptomen op zichzelf kunnen allerlei andere oorzaken hebben en omdat ik die niet met elkaar verbond of bij de huisarts aangaf, kon ook hij ze niet als geheel overzien. Maar als je het rijtje ziet en je herkent toch wel erg veel uit dat rijtje, dan is het misschien wel precies dat duwtje dat je nodig hebt om hulp te gaan zoeken.

Hamsterrad

Ik weet nog dat ik in het begin van mijn burn-out moest omschrijven hoe ik me voelde. Ik gaf toen aan dat ik me voelde als zo’n hamster die in zo’n rad aan het rennen was. Alleen kon ik niet uit het rad stappen en stopte het rad ook nooit. Dus ik kon niet anders dan maar blijven rennen. Toen iemand me vroeg wat ik dan eigenlijk wilde, moest ik daar even over nadenken. Uiteindelijk bedacht ik dat ik dan liever een hamster zou zijn op een biologisch verantwoorde kinderboerderij met een rad erbij voor wanneer ik erin wil stappen en het me vrij stond om er weer uit te stappen. Kortom, ik wilde de regie terug over mijn leven. Het moment dat ik die regie terug pakte, was het begin van mijn herstel. Het gevoel geleefd te worden is zo sterk dat je je compleet hulpeloos en machteloos kunt voelen. Maar dit is natuurlijk niet waar. Jij hebt altijd de macht over je eigen leven. Alleen moet je soms leren hoe je die macht weer terug kunt pakken als je het idee hebt dat je de macht verloren hebt. Autonomie is erg belangrijk om burn-out te kunnen voorkomen. Gebrek aan autonomie kan burn-out veroorzaken.

Karaktereigenschappen die kunnen lijden tot burn-out

  • doorzettingsvermogen
  • discipline
  • perfectionisme
  • de lat hoog leggen voor jezelf/gedreven zijn
  • verantwoordelijkheidsgevoel
  • sociaal
  • loyaal
  • betrokken
  • sterk inlevingsvermogen
  • empathisch vermogen
  • gevoelig

Als je deze eigenschappen zo op een rijtje ziet en je zet de eigenschappen van (hoog)sensitiviteit ernaast, dan zie je direct de overeenkomsten. Burn-out komt dan ook vaker voor bij hoogsensitieve personen dan bij niet-hoogsensitieve personen, blijkt uit onderzoek. 

Deze karaktereigenschappen zijn stuk voor stuk waardevolle karaktereigenschappen om te hebben en er is op zich dan ook niets mis mee. Wanneer je er echter in doorschiet gaan ze zorgen voor risico’s. Het zit hem dan ook vaak in die oorzaak van het doorschieten waarom mensen burn-out raken. ‘Waarom moet je zoveel en mag je zo weinig van jezelf?’ is een vraag die je al deze mensen kunt stellen. Een sterk gevoel anderen te willen pleasen en het belang van anderen voor te laten gaan zorgt ervoor dat je je grenzen verlegt of soms zelfs totaal niet meer aanvoelt, laat staan dat je ze kunt aangeven.

Wat is de weg eruit of er vandaan?

De belangrijkste stap is herkenning en erkenning. Je dient eerst in te zien hoe je ervoor staat en wat er aan de hand is. Er is geen quick fix, maar je zult echt de diepte van jezelf in moeten duiken. Want je moet op zoek naar de oorzaak van je pleasend gedrag en die kan voor iedereen anders zijn. Er is acceptatie nodig en dan de regie terug pakken over je eigen leven. Dit kan met kleine stapjes in het begin en die bouw je uit tot je het gevoel weer hebt dat jouw leven in jouw handen ligt en niet in dat van anderen. Je zult dus echt jezelf moeten leren kennen en omarmen. Zo kom je tot je authentieke zelf en zoals ik al omschreef in een vorig blog betekent authentiek zijn dat je trouw bent aan je eigen persoonlijkheid, geest of karakter ondanks externe impulsen. 

Vol energie en vanuit je hart leven

Ik kan uit ervaring zeggen dat dit mogelijk is. Een burn-out leert je “the hard way” om tot jezelf te komen. Je kunt simpelweg niet anders omdat je compleet lam bent gelegd. Ik herken me in alle karaktereigenschappen en dacht juist dat ik daarom minder risico zou lopen op burn-out raken. Ik was toch het niet lullen maar poetsen type? Die overkomt dat niet. Ik loste alles op met gewoon een tandje bij zetten en dat werkte voor lange tijd. Dacht ik.. Als ik geweten had dat juist die types het risico lopen op burn-out, had ik er misschien anders naar gekeken. Daarom heb ik deze blog geschreven. Om mensen te waarschuwen en hopelijk een stukje inzicht te bieden. Het zijn niet de zwakkere of de luie types die een burn-out krijgen, maar juist de super gedreven types die nooit ziek zijn maar doorduwen. Je moet namelijk over je grenzen heen kunnen gaan om burn-out te raken. Maar laten al die karaktereigenschappen je nu ook juist goed kunnen helpen om eruit te komen. Als je je met net zoveel gedrevenheid stort op jezelf helen, dan ga jij ook weer vol passie en energie in het leven kunnen staan. Ik kan oprecht zeggen dat mijn burn-out voorbij is en dat ik meer energie voel dan ooit. Het leven voelt nu anders aan dan eerst. Het lijkt soms wel alsof ik nieuwe zintuigen heb gekregen. Ik beleef de wereld anders. Ik kan met open blik en zonder angst de wereld in kijken en ik heb de tools om mijn karaktereigenschappen voor me te laten werken in plaats van tegen me. Dat gun ik iedereen die zich herkent in bovenstaande lijstjes. Ik hoop dat mijn verhaal anderen kan laten denken: als zij het kan, dan kan ik het ook. 

Anders, raar, vreemd? Nee, ik ben gewoon ik.

Anders dan anderen?

In de afgelopen jaren heb ik gewerkt met veel gevoelige kinderen die op allerlei manieren vastliepen in hun leven. Verschillende kinderen met verschillende verhalen. Een ding hebben ze echter allemaal gemeen: ze geven stuk voor stuk aan zich anders te voelen dan anderen. En stuk voor stuk maakte dit anders voelen hen eenzaam. Ze voelden zich nergens echt bij horen en wensten vanuit het diepst van hun hart dat ze gewoon konden zijn. Gewoon net zoals iedereen.

Anders of juist niet?

Ik heb mezelf eigenlijk mijn hele leven anders gevoeld. Jarenlang ben ik op zoek geweest naar de plek of de mensen waarbij ik mij wel helemaal thuis zou gaan voelen. Als kind voelde ik mij zelfs in mijn eigen gezin niet op zijn plaats. Iets wat ik door de jaren heen vaker heb gehoord. Kinderen die denken dat ze misschien wel geadopteerd zijn omdat ze zich zo anders voelen dan hun ouders of broer en zus. 

In mijn geval groeide ik op met mijn moeder en stiefvader. Zij kregen samen nog een kind, namelijk mijn broertje. En hoeveel ik ook van hem hield, ik vond het als kind oneerlijk dat hij wel opgroeide in zijn eigen gezin. Ik voelde me vaak te gast, terwijl dit zeker niet het gevoel was dat mijn ouders mij wilden geven. Het gevoel zat in mij. 

Mijn oudste dochter zei op vijfjarige leeftijd: ‘Mama, ik kan op school niet mezelf zijn. Als ik mezelf ben vinden de kindjes mij niet leuk. Ik kan alleen thuis bij jullie mezelf zijn.’ Mijn hart brak toen ik dat hoorde. Ze heeft nog jarenlang een rol gespeeld en vindt het tot op de dag van vandaag lastig om compleet zichzelf te zijn in gezelschap van anderen dan haar gezin.

Een tienjarige jongen die ik heb begeleid gaf aan dat hij maar 30% van zichzelf meenam naar school. Als hij meer zou meenemen zou het zeker helemaal misgaan, dacht hij.Hij vertoonde zeer sterk aangepast gedrag op school wat thuis voor de nodige heftige ontladingen zorgde. Samen zijn we op zoek gegaan naar hoeveel meer van zichzelf hij mee naar school kon nemen en ik vergeet nooit zijn trotse gezicht toen hij vertelde 100% van zichzelf te hebben meegenomen en dat het helemaal goed was gegaan. 

Als al die gevoelige kinderen zich anders voelen, zijn ze dan wel anders? Want dit delen ze toch? Hoe mooi zou het zijn als deze kinderen bij elkaar de herkenning zouden kunnen vinden dat ze zich allemaal anders voelen en daardoor juist hetzelfde zijn? 

Authentiek

Het anders voelen zie ik ook terug bij veel hoogsensitieve en/of begaafde kinderen en ook bij volwassenen zie ik dit nog vaak terug. Natuurlijk is het feit dat je persoonskenmerken hebt die maar bij een kleine groep van de bevolking voorkomen een voedingsbodem voor je anders voelen. In die zin ben je ook anders. Maar zo heeft iedereen dingen die anders zijn. En juist het allemaal anders zijn, is dan wat ons verbindt.

Een mooi woord voor anders zijn is authentiek zijn. Authenticiteit klinkt een stuk beter dan anders of raar zijn, toch? Authentiek is iets wat je graag zou willen zijn. Wat als jouw authenticiteit jou nou net bijzonder maakt? Niet raar of anders, maar precies dat wat jou jou maakt en niet je buurman of buurmeisje. 

Wat is nu eigenlijk authenticiteit? De definitie is als volgt:

Authenticiteit is de mate waarin iemand trouw is aan zijn eigen persoonlijkheid, geest of karakter, ondanks externe impulsen. Het is echtheid.

En die externe impulsen is nu juist waar vaak de crux zit. Want als deze kinderen opgroeien in een veilig en warme omgeving waarin hun sensitiviteit gekoesterd en omarmd wordt, dan verandert er iets op het moment dat ze naar school gaan. Want ineens is die omgeving niet meer hetzelfde. Ze merken dat andere kinderen anders zijn, en dat ander gedrag beloond wordt. En dan begint het grote aanpassen. Iets waar hoogsensitieve en ook hoogbegaafde kinderen vaak experts in zijn. Dit aanpassingsgedrag blijft doorgaan tot in de volwassenheid en speelt een grote rol bij het jezelf kwijtraken. Dit resulteert dan weer vaak in burn-out raken. Zij zijn zo ingetuned op anderen en richten hun hele zijn op het pleasen van die anderen waarbij ze totaal van zichzelf verwijderd raken. Hierdoor worden grenzen niet meer gevoeld. ‘Wat vind de ander van mij?’ is vele malen belangrijker geworden dan ‘Wat vind ik van de ander of de situatie?’

Houdingskenmerken authentiek persoon

Wat zijn nu de houdingskenmerken van een authentiek persoon? Een persoon die leeft vanuit echtheid en vanuit zijn of haar hart?

  • Ze staan open voor nieuwe ervaringen
  • Ze weten wat ze echt belangrijk vinden
  • Ze zijn zich bewust van hun belangrijkste drijfveren en handelen van daaruit
  • Ze zijn open en eerlijk naar zichzelf anderen

De competenties die hierbij passen zijn:

  • zelfvertrouwen
  • autonomie
  • zelfontwikkeling

Houden van je eigen anders zijn

Dit zijn precies de redenen waarom ik me in begeleiding en training richt op het mensen laten ontdekken van hun authentieke zelf. Want eerlijk is eerlijk, bovenstaande eigenschappen en competenties klinken toch helemaal top? 

Ik geniet van artiesten die hun “weirdness” omarmen. In de documentaire van Katy Perry bijvoorbeeld komt dit sterk naar voren. Pink draagt dit ook sterk uit. En zo zijn er nog veel meer. Want als je erin duikt zul je zien dat de meeste mensen die iets bijzonders hebben bereikt zich anders hebben gevoeld. Anders voelen is dus misschien juist die voedingsbodem om te kunnen komen tot een bijzondere ontwikkeling van jezelf. Het is dus niet iets om af te leren, maar iets om van te leren houden. 

Natuurlijk is aanpassingsgedrag in ons DNA ingebed. Toen de oermensen moesten overleven was blijven horen bij de groep van levensbelang. Ons oerbrein is nog steeds gericht op gevaar en het niet bij de groep horen is zo’n waarschuwing die ons brein vertaalt naar negatieve gedachten aanmaken om ons hiervoor te bewaken. Door ons bewust te worden van deze gedachten en hun oorsprong, kunnen we hen op waarde schatten. Door rekening te houden met bijvoorbeeld sensitiviteit voor afwijzing die voor kan komen bij hoogsensitieve mensen, kunnen we deze gedachten nog meer begrijpen. We hoeven de gedachten niet te veranderen, we hoeven ons er alleen maar bewust van te zijn. Dan kunnen we kiezen hoe we ermee omgaan in plaats van ons er door te laten meeslepen. Zo kunnen we komen bij onze kern, die verder gaat dan onze gedachten. Zo komen we bij wie we zijn, ons authentieke zelf. Dit authentieke zelf kan alleen ontstaan door alle kanten van jezelf te kennen en te omarmen. Houden van je anders zijn helpt je om te komen tot jouw authentieke zelf. Dit gun ik iedereen en het is mijn missie om juist al die zelfverklaarde “misfits” te helpen ontdekken dat ze precies goed zijn zoals ze zijn.