Dé dinsdagochtend
Op een dinsdagochtend werd ik wakker en kon ik alleen nog maar huilen. Ik belde mijn man en die zei dat ik mijn werk moest bellen en me ziek moest melden. Maar dit kon niet, zei ik gelijk, omdat ik in de ochtend een onderzoek gepland had dat niet verzet kon worden op korte termijn. Ik moest dit onderzoek wel afnemen, anders zou de complete planning voor de komende drie maanden in de soep lopen.
Ik belde mijn werkgever en gaf aan dat het niet goed ging. Ik zei dat ik die ochtend het onderzoek nog zou afnemen, maar dat ik daarna naar huis zou gaan om te rusten. Het onderzoek heb ik nog gedaan en erna wilde ik het materiaal weer opbergen in de kast. Het materiaal leek echter wel 100 kg te wegen. Ik kon het gewoon bijna niet vasthouden in mijn handen. Eenmaal het materiaal in de kast gewrongen, begon ik te huilen. Op mijn werk.. Als ik iets vreselijk vond, was het wel kwetsbaarheid laten zien en dan toch zeker op het werk.
Thuis
Ik kreeg een knuffel en werd naar huis gestuurd om rust te houden. Ik dacht toen nog wel met een weekje rust weer gewoon verder te kunnen. Ik deed die week werkelijk niets anders dan slapen, uren Netflix kijken liggend in dezelfde houding en de kinderen naar school brengen en ophalen. De normale huishoudelijke taken zoals koken en dergelijke kreeg ik gewoon niet opgebracht. Gelukkig nam mijn man alles over en zo kreeg ik dan rust.
Toch maar naar de dokter
Maar een week later voelde ik me nog net zo uitgeput. Ik begreep er niets van. Ik had nu toch een week gerust? Waarom voelde ik me zo raar? Denken lukte niet meer. Iedere gedachte vervloog zodra ik hem had. Ik vond het eng worden. Er zal toch niet echt iets akeligs aan de hand zijn? Toch maar naar de dokter. Tja, te hoge bloeddruk, verhoogde leverwaarden, al maanden non-stop trillende handen en wiebelige benen, slapen lukte niet meer, maag- en darmklachten en bovenal zo ontzettend moe. Ik huilde zonder dat ik verdrietig was, gewoon vanuit het niets. Het leek wel of mijn lichaam een eigen leven aan het leiden was en ik er geen enkele controle meer over had.
De huisarts stelde een burn-out vast, die ik al snel afzwakte naar burn-outklachten. Want mensen met een echte burn-out die voelen zich vast veel slechter dan ik me nu voelde. Ik moest gewoon even twee weekjes rust nemen en dan zou dit wel over zijn. Ik bestelde boeken over burn-out en ging op onderzoek uit. Ik zou dit varkentje wel eens even wassen en wel op de manier zoals ik altijd alles had aangepakt: ik ging gewoon een tandje bijzetten.
Aan de bak!
Wandelen was goed, had ik gelezen en dus ging ik wandelen. Niet een paar kilometer maar nee, ik liep er tien! En zo denderde ik nog even door in mijn “gewoon even doorzetten”-modus, tot ik echt omviel. Het was klaar, mijn lichaam dwong me tot rust. Ik herkende mezelf niet meer. Ik kon zelfs niet meer in mijn normale tempo lopen; ik liep als een oud vrouwtje. De afstand van de bank naar de keuken was vaak al too much. In de auto betrapte ik mezelf er ineens op dat ik 26km/u reed waar ik 50 km/u mocht. Sociale prikkels trok ik niet meer. Ik liep huilend weg van een verjaardag omdat ik de prikkels gewoon niet aankon. En toen besefte ik dat het wel echt was: ik was burn-out.
Het accepteren van de burn-out was het lastigst. Ik ging van intens schuldgevoel naar mijn werk, naar enorme boosheid naar mijn werk. Door mijn werk was ik immers zo ziek geworden. Dat is toch niet normaal! Ik zocht hulp en dit hielp mij bij het verwerken van die boosheid en bij het bij mezelf naar binnen gaan om naar de oorzaak te zoeken. Want ik was zwaar over mijn grenzen gegaan, maar waarom deed ik dat? Waarom was het belang van anderen belangrijker dan ik zelf? Waarom voelde ik de grenzen niet eens? Laat staan dat ik ze kon aangeven..
Graven in mezelf
Diep graafwerk in mijn jeugd met een biologische vader die me niet wilde, liet me inzien dat ik het idee had dat ik niet de moeite waard was. Als ik maar heel hard mijn best zou doen en iedereen tevreden zou stellen, dan zou ik er vast wel mogen zijn. Maar omdat ik er van mezelf niet mocht zijn, was iedere verkeerde blik of opmerking van anderen, voor mij een bevestiging dat ik er niet mocht zijn. En als hoogsensitief meisje en later als vrouw was ik hyperalert op alle signalen die anderen afgaven die mijn beeld bevestigden.
Toen ik leerde over rejection-sensitivity (afwijzing-sensitiviteit) bij HSP ging er een wereld voor me open. Niet ‘Vind ik jou, of deze situatie oké?’ was voor mij het belangrijkst, maar ‘Vind jij mij oké?’ stond bij mij altijd voorop. En zo kreeg ik eindelijk inzicht in het onderliggend proces. Maar daarmee was het niet ineens op magische wijze over.
Een intens proces van diep graven in mezelf, ruimte geven aan mezelf en oude copingstrategieën ontleden en loslaten volgden. Ik heb een misbruikverleden, wat zorgde voor de behoefte mezelf onzichtbaar te maken. Als ze me niet zagen, zouden ze me ook niet meer lastig vallen, moet ik als kind gedacht hebben. Dit bleef ik mijn hele leven echter doen. Om ruimte in te nemen en je eigen behoeftes en grenzen aan te geven, moet je jezelf zichtbaar maken. Ik was er een expert in geworden om heel open en transparant te lijken, maar niemand écht dichtbij te laten. Ik vond het doodeng om mezelf te laten zien. Maar op het moment dat ik daarmee begon, veranderde er zoveel. Mensen stonden voor me klaar en hielpen me. Ze gaven aan dat ze nooit dachten dat ik hulp nodig had, omdat ik alleen maar kracht uitstraalde en er voor anderen was.
Zo kwam ik bij mijn grootste interne conflict: de behoefte om gezien te worden versus mezelf onzichtbaar maken om te overleven. Ik heb altijd twee kanten in me gehad. Een intens verlegen kant, die verjaardagen of groepslessen binnenlopen vreselijk vond. En de extraverte kant die genoot van op een podium staan of van het hoogste woord voeren op feestjes met vrienden. Die beide kanten waren moeilijk verenigbaar voor de mensen om me heen en zo bleef de verlegen introverte kant verborgen in mezelf en zagen anderen enkel de zelfverzekerde meid met een vlotte babbel. Zo was ik immer in strijd met mezelf.
De weg uit de burn-out
Na een weg van energetische coaching, meditaties, mindfulnesstraining, gesprekken met een psycholoog, mezelf onderdompelen in boeken en video’s over persoonlijke groei, spiritualiteit en soulsearching ben ik uiteindelijk bij mezelf gekomen. Ik begrijp nu niet alleen wie ik ben, ik weet wie ik ben. Vanaf dat moment ben ik andere keuzes gaan maken. Ik kies voor wat ik nodig heb, voor wat mij gelukkig maakt. Ineens durf ik dingen te vragen die ik eerder nooit durfde. En ik speel geen rol, maar het komt van binnenuit.
Mijn burn-out is volgens mijn energetisch coach een signaal van mijn ziel geweest dat het nu klaar was. Ze zei dat mijn ziel op was. Het was tijd om mijn licht te laten zien en uit de schaduw te stappen. Dit is precies hoe het voelt: ik stap uit de schaduw en laat mezelf zien. Ik vind dat ik er mag zijn. Gewoon ik, zonder alles wat ik kan, maar gewoon om wie ik ben.
De psycholoog leerde me dat ik in iedere cel van mijn lichaam voelde dat ik er niet mocht zijn. Mijn biologische vader wilde me niet geboren zien worden en had daar ook naar gehandeld tijdens de zwangerschap. Na de geboorte kwam vrij snel de scheiding vanwege heftig huiselijk geweld. Er is in mijn tienertijd gedurende een korte periode contact geweest, maar dit liep niet goed af. Uiteindelijk stierf mijn vader in 2012 en heb ik hem na zijn dood leren kennen omdat ik als zijn enig kind verantwoordelijk werd gesteld voor alles wat geregeld moest worden. Ik vond toen mijn foto’s bij hem en kreeg toch nog het gevoel dat hij mij wel belangrijk had gevonden. Maar het kon niet meer rechttrekken wat al zo diep in mij gegrift stond: ik was niet goed genoeg om zelfs maar door mijn eigen vader geliefd te worden. Hoe konden anderen dan van mij houden?
Mijn mindfulnesstrainer liet me zien dat ik een soort TGV-trein was, altijd op standje vol open. Ik hoefde geen stoptrein te worden, maar een intercity met hier en daar een stop zou voor mij wel heel fijn zijn. Hij stelde me de vraag waarom ik zoveel moest van mezelf en zo weinig mocht. Dat was iets waar ik over na moest denken.
Terug naar mezelf
En zo kwam ik steeds een stukje dichter bij mijn kern tot uiteindelijk die kern overbleef. Wat is het een intense periode geweest, maar ook een intens mooie. Relaties zijn geheeld en verdiept, zoals met mijn moeder, man, kinderen en vrienden. Een prachtig geschenk dat mijn leven heeft verrijkt.
De week voor ik uitviel had ik een tatoeage laten zetten: Difficult roads often lead to beautiful destinations. Op dat moment zat ik nog in die razende TGV-trein en had ik geen idee dat ik al maanden tegen een burn-out aan zat. Natuurlijk had ik allerlei klachten zoals non-stop trillen, virussen, hoge bloeddruk, concentratieproblemen en oh ja, paniekaanvallen in de nacht waarbij ik dacht dat ik doodging. Maar verder ging het helemaal prima, hoor. Zo ver was ik afgedwaald van voelen. Mijn hoofd en ijzeren wil regeerde mijn leven. Nu zit ik in die intercity. Ik geniet van mijn gedrevenheid bij het vorm geven van mijn methodes en mijn praktijk. Maar ik leer om te stoppen op de leuke stations en even wat bij te gaan tanken. Die difficult roads zijn er, maar ik weet inmiddels dat ik een 4X4 terreinwagen ben om daar overheen te kunnen rijden en naar die beautiful destinations te crossen.
De reis voelt nu als de bestemming en die is inderdaad prachtig. Ik gun anderen ditzelfde gevoel en om die reden heb ik de Keep it Burning training ontwikkeld. Een burn-out komt niet enkel door hard werken, het is zoveel meer. Een burn-out is een signaal, jouw cue to action om je leven anders vorm te gaan geven. Maar het zou toch mooi zijn als je niet eerst burn-out hoeft te zijn om dat te gaan doen?
Mijn geleerde lessen kunnen delen met anderen en hen hiermee helpen is voor mij het mooiste dat er is. Het geeft zin aan mijn strijd. En zo is het cirkeltje rond.